Een foto komt (meestal) in een verhouding van 3:2 uit de camera. Logisch dat je dit formaat dan ook het meeste ziet. Maar is dit wel altijd de beste keuze? Bedenk dat 3:2 behoorlijk langwerpig is en daarmee een sterke richting in de foto afdwingt. In liggende positie benadrukt het de breedte (weidsheid), in staande positie de hoogte. In een nog langgerektere verhouding wordt dit effect alleen maar sterker.
De tegenhanger van rechthoekige formaten is het vierkant. Een vierkant geeft geen richting aan een foto. Het gaat alleen om het onderwerp en hoe dat in beeld is gepositioneerd.
Welk formaat je ook kiest, let op de juiste verhoudingen wanneer je de foto laat afdrukken of inlijsten. Hiervoor zul je toch naar ‘vaste’ waarden toe moeten, zoals 2:1 en 3:1.
Geef een reactie