Veel Veluwse sprengenbeken zijn in de zeventiende en achttiende eeuw gegraven. Dat gebeurde om de papiermolens van energie te voorzien en ook voor de papierindustrie.
Deze wateren hebben nu nog een cultuurhistorische functie. Door de industriële revolutie hebben ze hun oorspronkelijke gebruikswaarde verloren. Er zijn gelukkig nog wel een aantal watermolens behouden gebleven.
Vanwege de zeer goede waterkwaliteit zijn er bijzondere planten en dieren in het Sprengengebied aanwezig. In de winter zijn de sprengen en beken van belang voor de ijsvogels. Het water bevriest namelijk niet. Het water heeft een constante temperatuur van ongeveer 10 graden.
Een andere bijzondere bewoner van het gebied is de beekprik. Het filmpje hier onder toont paaiende beekprikken in het vroege voorjaar.