Ineens lijkt het een beetje winter. De krachtige oostenwind voert droge, maar ook koude lucht naar onze omgeving. Temperaturen in de buurt van het vriespunt zijn we niet meer gewend. Dit weer is ideaal voor de verkleuring van de bomen en voor het vastleggen van sterren! Doordat er weinig vocht in de lucht zit, is het kraakhelder, en met de lage temperaturen is de lucht goed stabiel. Kortom, de sterrenhemel laat zich van zijn beste kant zien. Een storende maan is niet aanwezig. Gebruik de volgende tips om de sterrenhemel vast te leggen:
- De aarde draait rond zijn as. Dat betekent dat sterren (puntjes) veranderen in streepjes als je te lang belicht. Hou de sluitertijd dus kort genoeg en gebruik de regel: 400 / mm brandpuntsafstand = maximale sluitertijd, dus voor een 20 millimeter objectief 20 seconde.
- Met dergelijke sluitertijden werk je uiteraard vanaf statief. Een draadontspanner is handig om ook de laatste trillingen weg te nemen.
- Stel manueel scherp op oneindig. Lastig? Probeer een heldere ster te vinden via Live View of start iets eerder, waardoor je met het laatste licht nog op de horizon kunt scherpstellen.
- Kies een zo hoog mogelijke iso-waarde, waarbij de sterren nog niet verdrinken in de gloed van de lichtvervuiling. Dit is sterk afhankelijk van je locatie en de condities van de lucht.
- Pas je witbalans aan naar ‘gloeilamp’. Met een standaard daglichtinstelling wordt de hemel oranje door alle lichtvervuiling in ons deel van de wereld.
- Kleed je warm aan en neem wat warms te drinken mee. Je staat lang stil in een koude omgeving.
Geef een reactie