Nee, een zwart-witfoto maak je niet door een opname uit het archief even om te zetten omdat ‘deze dan beter kijkt’. Een zwart-witopname maak je buiten, door goed rond te kijken. Daar zit direct de grote uitdaging. We worden de hele dag geconfronteerd met kleur. Zet de tv maar aan of sla een reclamefolder open; de kleuren schreeuwen je tegemoet. Kleur is zo vanzelfsprekend, dat het als het ware in onze genen zit. Het valt dan ook niet mee om deze manier van waarnemen uit te schakelen. Die knallende klaproos, dat prachtige avondrood en natuurlijk dat bonte herfstblad, vrijwel onmogelijk aan voorbij te lopen. In zwart-wit heb je echter niets aan die kleurenpracht. Omgezet naar zwart-wit valt die avondlucht ineens helemaal niet meer op. Er zijn andere dingen nodig die de aandacht trekken.
Contrast
Probeer het maar eens. Zet de foto met die waanzinnige ochtendsfeer eens om naar zwart-wit. Waarschijnlijk hou je nu een grijze, sfeerloze waas over. In verreweg de meeste gevallen heb je in zwart-wit een stevig contrast nodig voor een beetje pit in de foto. Hoe groter het contrast, hoe krachtiger het resultaat. En zie daar meteen een voordeel: wie zegt dat hard middaglicht onbruikbaar is? De lelijke blauwige kleur zie je niet, terwijl het contrast meer dan welkom is. Is het licht buiten te vlak, zet de contrasten dan wat aan in de nabewerking.
Structuren
Ofwel vormen. Je hebt zonder kleur nu eenmaal iets nodig dat de aandacht trekt. Het voordeel van zwart-wit is dat je gericht op zoek moet gaan naar krachtige vormen. Waar kleuren vaak toch wel opvallen, is dit een stukje lastiger. Door met deze bril naar de omgeving te kijken, leer je daadwerkelijk beter te kijken. Ook handig als je toch in kleur wil blijven werken. Denk bij krachtige vormen aan bomen, grassen, zandribbels, scheuren, enzovoorts.
Texturen
Texturen zijn de uiterlijke verschijningsvormen van materialen. Ruwe texturen lenen zich bijzonder goed voor zwart-wit. Denk daarbij aan rotsen of bijvoorbeeld de bast van een den. Vaak zijn texturen maar klein. Gebruik ze als abstract onderwerp of plaats ze prominent in de voorgrond.
Weer en seizoenen
Net noemde ik al het voordeel van het middaglicht. Het moment van de dag is in zwart-wit ineens veel minder relevant. Ook slecht weer bestaat in zwart-wit eigenlijk niet. Fel zonlicht, dreigende wolkenluchten of juist een egaal grijze en druilerige dag, allemaal zijn ze prima bruikbaar. Uiteraard levert ieder weertype andere mogelijkheden en andere eindresultaten op. Zoals je met ieder weertype in zwart-wit kunt werken, kun je dat natuurlijk ook in ieder seizoen. Persoonlijk heeft de winter mijn voorkeur. Niet omdat het landschap dan al kleurloos is, maar vooral vanwege de pure vormen van de bomen en struiken zonder blad.
Fotograferen in zwart-wit?
Het is heel verleidelijk om de camera in grijswaarden te zetten. Je ziet dan immers meteen wat er gebeurt met het beeld. Toch is het verstandiger om in kleur te fotograferen. Een camera registreert miljoenen kleuren tegen 256 grijstinten. In je nabewerking kun je beter zoveel mogelijk opties open houden.Vind je het toch lastig om door die zwart-wit-bril heen te kijken, fotografeer dan in grijswaarden + RAW. Een RAW-bestand betreft altijd de originele waarneming van de sensor. En die blijft dus in kleur.
In een volgende tutorial zoomen we in op de omzetting.