De citroenpendelvlieg is één van de grotere zweefvliegsoorten. Het is een algemene soort, die in tuinen, perkjes, graslanden en langs waterkanten te vinden is. Let op de citroenkleurige gele kleur van het eerste vlekkenpaar (het tweede paar kan donkerder zijn) en de strepen op het borststuk om de soort eruit te halen.
Het is de grootste van de vier pendelzweefvliegsoorten die in Nederland voorkomen. De andere algemene soort, de gewone pendelzweefvlieg, is een stuk kleiner. Alle pendelzweefvliegen zijn te herkennen aan de lichte lengtestrepen op het zwarte borststuk en de grote gele vlekken op het achterlijf. De citroenpendelvlieg kenmerkt zich dan weer doordat de kale lengtestreep voor op de kop grotendeels geel is. Bij de andere soorten is die helemaal zwart. En de op pendelzweefvliegen gelijkende fluweelzwevers en waterzwevers zijn kleiner dan een centimeter.
Misschien is het idee van een afspraak niet eens zo gek, al is het wat vroeg. Citroenpendelvliegen staan bekend als trekkers, die in de nazomer en vroege herfst naar het zuiden trekken. Het zijn dan ook goede en krachtige vliegers. Waarschijnlijk trekken ze om hun leven wat te rekken en meer eieren te produceren, want ze overleven de winter niet en komen niet terug.
De larven van deze soort zijn zogenoemde rattestaartlarven, die in voedselrijk water leven en daar bacteriën en organisch materiaal filteren. Ze zijn het meest tussen plantenmateriaal te vinden. De ‘rattestaart’ is een adembuis die ze met behulp van waterafstotende haren aan het wateroppervlak bevestigen. Zo halen ze onder water adem met de lucht van boven.
Eén reactie
Zit gewoon op de pelargonium in mijn tuin. Een stuk of 10 bijeen.