1. Leer kijken
Bij alle vormen van (natuur)fotografie moet je natuurlijk de foto ‘zien’ in het veld, maar dit speelt misschien nog wel meer bij macrofotografie. Waar een landschap of een vogel vaak meteen opvalt en zichtbaar is, moet je bij macro-onderwerpen juist wat beter kijken. Deze onderwerpen zijn vaak klein en het vergt dus enige oefening deze te zien. Een leuke oefening is hiervoor om ergens te gaan zitten en te kijken hoeveel interessante onderwerpen je kunt vinden op 1 vierkante meter, je zult verstelt staan wat er allemaal te vinden is! Het heeft wel een nadeel, hierna zul je nooit meer hetzelfde naar zo’n klein plekje kunnen kijken.
2. Begin simpel
Als je net begint met macrofotografie is het verstandig om niet meteen te moeilijk te beginnen. Schuwe of snel bewegende insecten zijn mooie onderwerpen uiteraard, maar ook een stuk lastiger te fotograferen dan stilstaande onderwerpen. Stilstaande onderwerpen als bloemen, korstmossen of paddenstoelen zijn een stuk geschikter om mee te oefenen. Je hoeft hier niet bang te zijn dat je ze verstoort, waardoor je alle gelegenheid hebt te focussen op de instellingen en compositie.
3. Begin goedkoop
Statieven, macrosledes, macrolenzen, flitsers, … Als je begint met macrofotografie opent zich weer een hele doos met spullen die je mogelijk nodig zou kunnen hebben. Iets wat iemand die wil beginnen met macrofotografie af zou kunnen schrikken. Toch kun je met simpele middelen vaak al heel wat bereiken. In plaats van direct een macrolens te kopen, kun je ook beginnen met een stuk goedkopere voorzetlens (zie: macrofotografie zonder macrolens deel3 – Macro-voorzetlenzen) of tussenring (zie: macrofotografie zonder macrolens deel2 – Tussenringen). Deze zet je respectievelijk voor je lens of tussen de lens en de body, waardoor je met je bestaande lenzen ook al mooie macrofoto’s kunt maken. Op die manier kun je op een relatief goedkope manier uitproberen of macrofotografie iets voor jou is.
4. Kies de juiste lens
Mocht je dan toch beslissen een echte macrolens aan te schaffen, is het van belang om er eentje te kiezen met de juiste brandpuntsafstand. In een eerder artikel (Zie: Welk brandpuntsafstand kies je voor je macrolens) heb ik hier meer over geschreven, maar over het algemeen kun je zeggen dat het verstandig is om voor schuwere dieren eentje te kiezen met een grotere brandpuntsafstand zodat je wat meer afstand tot het onderwerp kunt houden. Wil je je vooral richten op paddenstoelen, bloemen of stilzittende insecten, dan is een kortere brandpuntsafstand vaak handiger, zodat je minder last hebt van storende elementen.
5. Zorg voor ondersteuning
Een accessoire waar je eigenlijk niet onderuit kunt bij macrofotografie is een statief of een andere vorm van ondersteuning. Omdat je erg dicht bij je onderwerp zit, heb je vaak een erg kleine scherptediepte. Een kleine beweging van je camera (of onderwerp overigens) kan er dan voor zorgen dat het net buiten de scherpte valt waardoor je je foto weg kunt gooien. Een goed statief, of bijvoorbeeld een rijstzak, kan dit verhelpen. Let hierbij dat je statief zo laag mogelijk bij de grond kan, een statief met een vaste middenzuil kan dit vaak niet, waardoor lage standpunten niet mogelijk zijn.
6. Kies het juiste weer
Er is zeker wat te zeggen voor het motto ‘slecht weer bestaat niet’, maar voor macrofotografie gaat dit toch niet altijd op. Een klein beetje wind kan er al voor zorgen dat je onderwerp enorm heen en weer schudt, wat uiteraard al snel onscherpe foto’s oplevert. Voor macrofoto’s van fragiele onderwerpen is het dan ook beter om een windstille dag uit te zoeken, dat scheelt een hoop frustratie.
7. Kom op ooghoogte
Een tip die natuurlijk geldt voor veel vormen van natuurfotografie, maar zeker ook voor macrofotografie: kom op gelijke hoogte met je onderwerp. Door je op gelijke hoogte te begeven, maak je meer deel uit van de omgeving van het onderwerp, waardoor je een intiemer beeld kunt maken. Door van bovenaf te fotograferen, creëer je meer afstand, je bent meer een buitenstaander. Bovendien zorgt een standpunt wat gelijk is met je onderwerp er vaak ook voor dat er meer afstand is tussen je onderwerp en de achtergrond, wat weer zorgt voor een rustigere achtergrond.
8. Loop eens om je onderwerp heen
Over die achtergrond gesproken: vaak wordt daar maar weinig aandacht aan besteed terwijl het toch een belangrijk onderdeel is van je foto. Bekijk je onderwerp ook eens van een andere kant, mogelijk heb je dan een totaal andere achtergrond die een stuk beter bij de foto die jij in je hoofd hebt past. Soms maakt een paar centimeter naar links of rechts zelfs al een wereld van verschil.
9. Let op storende elementen
Nog een tip die niet zozeer met het onderwerp te maken heeft, maar meer met de omgeving: let op storende elementen rond je onderwerp. Soms denk je een geweldige foto gemaakt te hebben, om thuis op de computer te zien dat er net nog een erg storend sprietje in beeld zit. Nou wil ik zeker niet gaan stimuleren om enorm te gaan tuinieren en elk sprietje wat in de weg zit weg te halen, maar een dor blad net even anders neerleggen lijkt me dan geen probleem. Ook kan een net iets ander standpunt het probleem vaak oplossen.
10. Licht in de duisternis
Iets wat in deze tijd van het jaar natuurlijk speelt is dat er erg weinig licht is. Maar ook op andere momenten in het jaar kan het prettig zijn om wat extra licht te hebben bij macrofotografie. Dit is uiteraard met flitsers te bereiken, maar er zijn ook goedkopere en makkelijkere alternatieven voor. Een simpel LED-fietslampje of de zaklamp-functie van een telefoon werkt vaak ook prima en is een stuk makkelijker in gebruik. Deze zijn vaak vrij klein, geven een redelijk neutraal licht en zijn makkelijk ergens achter te verstoppen zodat ze niet storend in beeld komen. Op deze manier kun je op een makkelijke manier toch wat extra licht in de duisternis brengen.
11 reacties
Heel goede tips voor macro fotografie Arjen! Echter, persoonlijk vind ik voorzetringen echt rommel, in een studio kan het nog net maar ter plaatse in de natuur werkt het voor geen meter. Met scherpstelringen beperk je uw scherpstelmogelijkheden zodanig dat het echt een frustratie wordt. Je wil niet weten hoeveel mensen scherpstelringen in de kast hebben liggen en die er nooit meer uit komen.
Mijn advies: koop een macro objectief en als een nieuwe te duur is, dan kan je voor een gebruikte opteren.
Dank je, Paul
Ik moet zeggen dat ik zelf weinig ervaring heb met voorzetlenzen, maar hoor er verschillende verhalen over. Het haalt het uiteraard niet bij echte macrolenzen, maar ik zie er toch ook mooie resultaten van. Maar inderdaad, als je echt met macro aan de slag wil, zul je uiteindelijk toch bij een echte macrolens uitkomen.
Groeten, Arjen
Prima artikel Arjen, toch heb ik nog een aanvulling uit de praktijk:
Tip nummer 11
Wanneer je een mooie foto van een bloemetje wilt maken gebruik je natuurlijk een statief. Dat is nodig omdat je, om meer scherptediepte te krijgen, een kleiner diafragma gaat gebruiken en dat heeft als gevolg dat je een langere sluitertijd nodig hebt.
Door een statief te gebruiken zorg je er voor dat de camera perfekt stil staat en je daardoor geen bewegingsonscherpte krijgt.
Iedereen die al eens zo te werk gegaan is zal gemerkt hebben dat je met een statief wel de camera stil zet maar toch nog bewegingsonscherpte krijgt doordat er altijd wel een beetje wind is en het onderwerp daardoor beweegt.
De oplossing die ik daarvoor gevonden heb noem ik mijn “magic tools”. Ik zoek enkele dunne takjes en bevestig die met een wasknijper, net buiten beeld, aan de bloemstengel. Op deze manier kun je het bloemetje stil genoeg zetten om met een langere sluitertijd te werken.
een hoofdlampje is ook een best goed middel voor extra licht,,,
Absoluut, ook iets wat je makkelijk meeneemt, multifunctioneel en niet te duur is.
Groeten, Arjen