Menu

Onderdeel van Pixfactory

15 gevaren op safari in Afrika

Veel mensen, en zeker natuurfotografen, hebben de wens ooit een keer op safari te gaan ergens op het donkere continent. Zo’n reis van je leven is echter zeker niet zonder gevaren, dus bezint eer ge begint. Een bloemlezing uit eigen ervaring in volgorde: willekeurige volgorde.
Hyena
Na dag 3 hadden we extra ruimte in de safari auto. Elk nadeel heb ze voordeel.

1. Dust in the wind

Afrika is de vruchtbare grond waaruit ooit de mensheid is ontstaan. En stukjes van die geboortegrond hechten zich met liefde aan je sensor elke keer wanneer je van lens wisselt of je Canon 100-400 type I in- of uitzoomt. Niet echt een probleem zolang je met wijd open diafragma dieren fotografeert, maar ga je ouderwets op f16 met landschappen aan de gang, haal dan voor je de beelden gaat bewerken de Ossengal maar tevoorschijn om al die vlekken te verwijderen. Get the dust of Africa on your feet. And on your sensor. Chipclean vaart er wel bij.

2. Rijstzakje leggen, niemand zeggen

Uitgezonderd enkele plekken waar je (meestal onder begeleiding) te voet op safari kan gaan, ben je doorgaans autogebonden in Afrika. En maar goed ook, want een aanzienlijk deel van de fotografisch interessante onderwerpen heeft niet altijd de beste bedoelingen met je. Zien ze je niet als tweebenig hoofdgerecht, dan ben je wel een ongewenste indringer in een zwaarbevochten territorium en alsnog de sjaak. Uitstappen is daarom ten strengste verboden. Zorg dan ook dat je daar geen reden voor hebt en houd rijstzakken, maar ook zonnekappen en lensdoppen, binnenboord. Plassen kan, of zoals ze het daar plegen te zeggen: je territorium markeren. Maar alleen op een door de gids veilig geachte plek.

Leeuw
Geen katje om aan te pakken, zelfs niet met handschoenen.

3. Donkere kronkels

Waar gebeurd. Loop je na een heerlijk diner en dito drankje bij het kampvuur terug naar je tent, wil je voet zomaar landen op iets met een andere structuur dan het gravel van het pad. Als een karatekid sta je met je ene been in de lucht terwijl langzaam het besef doordringt wat daaronder ligt te glibberen. Een slang, en ook nog eens een zwarte mamba. Gevaarlijker dan dat worden ze niet. De toegesnelde en bespeerde Maasai wachter reageert laconiek. ‘Die zien we hier niet vaak’. Houden zo.

4. Prikkelende ervaring

Op hetzelfde pad: in het donker lastig zichtbare geultjes vol immer voortsnellende mieren. Safarimieren. Wikipedia zegt:

Deze mieren kenmerken zich doordat ze lange wegen vormen, bewaakt door soldaten, waarover ze zich verplaatsen. Ze zijn erg agressief en vallen ook grote prooien aan, zoals vee. Heel soms vallen ook mensen ten prooi aan deze mieren. Er zijn gevallen bekend waarbij baby’s en gehandicapten zijn ingesloten en uiteindelijk zijn opgegeten. Een beet van een soldaatmier staat omschreven als uiterst pijnlijk. Met hun krachtige kaken zijn ze in staat door de huid heen te bijten.

Grote stappen snel thuis is dus het devies. En doe net alsof je geen baby of gehandicapte bent.

Luipaard
Schijn bedriegt, dit lief ogende koppel kijkt niet op een vlekje meer of minder als het er op aan komt.

5. Vleermuizen

In verschillende soorten en maten vliegen ze door de centrale delen van het kamp, met name rond de kroonluchter in de dinertent. Bloeddorstig zijn ze niet, de enige drie bloeddrinkende vleermuissoorten leven in centraal- en midden Amerika. Voorwaar een heel eind weg. Wel kunnen de Afrikaanse vleermuizen hondsdolheid overbrengen, raak ze dus niet aan en zorg dat ze jou niet raken. Hun peilingsvermogen is geniaal maar in een (honds)dolle bui zouden ze van hun koers kunnen afwijken en je met een vleugel schampen en verwonden. Een oplossing is niet naar de dinertent te gaan, maar waarschijnlijk ga je dan alsnog dood. Van de honger.

6. Nijlpaarden

De gevaarlijkste dieren van Afrika. Ze zien er groot en log uit. Groot zijn ze ook wel, maar log niet. Een boos nijlpaard kan behoorlijk hard rennen en het lelijkste gebit uit de dierenwereld kan een mens behoorlijk verwonden. Nu verwarren ze ons echt niet met een sappige krop sla, maar kom vooral niet in het donker tussen een nijlpaard en het voor hem veilige water. Van een grumpy hippo win je het niet.

7. Een aanvallende olifant

Olifanten zijn groot. No shit, Sherlock. Doorgaans zijn het bijzonder gemoedelijke dieren, maar pas op als het een eenzame stier vol hormonen (‘musth’) is of een kudde met kleine kalveren. Zeker als het een gebied betreft waar het jagen en stropen nog niet zo lang verleden tijd is. En met niet zo lang bedoel ik decennia, want olifantengeheugen.
Meestal blijft het bij een schijnaanval, maar als de kop naar beneden gaat en de sprint wordt ingezet, dwars door bomen en struiken, is het menens. In de auto blijven gaat je niet redden.
Pas tenslotte op voor de lolbroeken onder de slurfachtigen. Er zijn verhalen bekend van stieren die voor de gein auto’s op hun kant duwen. Een soort elandproef. Hou afstand en wees alert. Olifanten hebben altijd voorrang, niet alleen als ze van rechts komen.

Olifant
Pas op, zwenkt uit. Afstand houden dus. Je krijgt er gratis extra veel mooie lucht bij.

8. Alle andere dieren

Minder reëel, maar nog niet minder spannend. Alle dieren zijn een potentieel gevaar. Ga dus niet voor een rennende kudde gnoes staan, probeer geen buffel te melken om zelf mozzarella te maken en aai liefst geen welpjes. Mama is meestal in de buurt en deze kat lust geen Whiskas.

9. Hersenschudding en hernia

Op safari breng je veel uren in de auto door. Afhankelijk van het model, het gebied en het aantal medereizigers is dat meer of minder comfortabel. Soms word je behoorlijk door elkaar geschud en als je er even niet alert op bent, probeert je hoofd samen te smelten met het dak, of besluit je rug dat het ook wel met een wervel minder kan.

En oh ja, als je rechtop staat met je hoofd uit het dakluik, wees dan alert op het geluid van een startende motor. Anders stoot je bij het optrekken eerst je achterhoofd en als de gids hard remt na jouw oerkreet verlies je meteen daarna het grootste deel van je voortanden. Een dubbelklapper.

10. Je oer-Hollandse huid verbranden

Ook wel een bruine arm halen genoemd. Hele dagen in de auto met heel relaxt je arm uit het raam hangend. Beetje wind vangen op een warme dag tijdens het cruisen over Gods zandpaden op zoek naar beestjes. Besef dat die dieren in Afrika wonen omdat het een Afrikaans klimaat heeft. Je zit dicht bij de evenaar en de zon staat loodrecht boven je.

De enige reden dat er geen woord voor zonnebrand bestaat in het Swahili is dat de mensen die het spreken er nou net geen nodig hebben. Heb je een auto met een open dak en een terugwijkende haargrens dan wel een glimmende schedel, pas dan extra op. De reflectie kan dieren verblinden. En na verbranding komt vervelling. Scheur mij ook een meter af.

Bok
Hard wegrennen helpt niet. Zij kunnen altijd sneller. Twee keer zoveel poten namelijk.

11. Te veel foto’s maken

Op een succesvolle safari maak je honderden foto’s per dag. Heel goed als je de beste momenten niet wil missen. Minder goed als je thuis door die vreselijke berg beelden moet worstelen. De echt goeie zijn er meestal zo wel uitgefilterd, maar daarna begint de helse klus van het filteren en verwijderen en bewerken van de duizenden andere beelden. Je kunt maar beter hopen op een boel lange avonden en regenachtige dagen.

12. Vergeten te genieten

Klinkt gek, maar het gebeurt genoeg. Zeker op een eerste safari wil je van alle dieren en momenten foto’s maken voor een complete verzameling. Het gevolg is dat je alleen maar door een vierkante centimeter zoeker zit te turen en vergeet het geheel in je op te nemen. En dan doel ik op alle zintuigen. Juist de geluiden en geuren van Afrika maken de ervaring compleet. Dat alles mis je als je te geconcentreerd bezig bent met postzegels verzamelen. Kijk eens over je camera heen en beleef.

Gier
Voor de nabestaanden fijner dan begraven of cremeren. Een gier laat niks achter dat onderhouden en bezocht moet worden.

13. Bij de verkeerde mensen in de auto zitten

Medereizigers. Soms een vloek, soms een zegen. Ga je met een groep bekenden op reis, dan heb je zelf enige zeggenschap in wie er mee gaat en weet je wat je kunt verwachten. Voor zover mogelijk kun je je dan instellen op bepaalde, uh, gedragskenmerken. Ga je alleen of met twee, dan kom je op safari vaak met wildvreemden in een auto terecht. Als dat geen fotografen zijn, mensen zonder geduld of hardcore vogelaars, kan de zuurverdiende en langverwachte safari zomaar in een frustratievolle deceptie eindigen. Voor jou, maar misschien ook voor hen. Ik ken u immers niet.

14. Malaria

Eigenlijk in de categorie beestjes want deze rotziekte wordt overgebracht door een heel klein prikje van een heel kleine mug. Check voor de reis of er mogelijk malaria heerst in het gebied waar je naartoe gaat en bezuinig bij twijfel niet op een goede spray en tabletten. Bedenk ook dat de meeste besmettingen plaatsvinden waar de meeste mensen zijn. Muggen prikken bij meerdere slachtoffers en waar veel mensen bij elkaar zijn is uitwisseling waarschijnlijker dan in het open veld waar de dieren ver uit elkaar lopen. Maar maak van een mug ook geen olifant en laat de angst voor alles dat klein is en zoemt je vakantie niet verpesten. Smeren, slikken en genieten.

15. Het virus slaat toe

Geen malaria of andere tropische ziekte, maar het Afrika-virus. Als voornaam slachtoffer weet ik waarover ik het heb. Ben je eenmaal in Afrika op safari geweest, dan wil je terug, en terug en terug. Vooral gevaarlijk voor de portemonnee, maar verder een erg onschuldige verslaving. Maar goed ook want een behandeling is er vooralsnog niet. Het kan zijn dat mijn naasten binnenkort bij u voor de deur staan om te collecteren voor onderzoek naar een medicijn. Geef vooral niet.

9 reacties

  1. Het Afrika-virus? Nog nooit van gehoord, Marijn. Wel van het IJsland-virus. Die infectie heb ik, en daar is niets tegen te doen.

  2. Mooi verhaal, lekker over de top maar wel dingen die waar zijn.
    Maar mijn vrouw zei tijdens onze safari dat ze niet bang was voor de dieren die ze zag maar wel voor de dieren die ze niet zag.

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Geef een reactie

9 reacties

  1. Het Afrika-virus? Nog nooit van gehoord, Marijn. Wel van het IJsland-virus. Die infectie heb ik, en daar is niets tegen te doen.

  2. Mooi verhaal, lekker over de top maar wel dingen die waar zijn.
    Maar mijn vrouw zei tijdens onze safari dat ze niet bang was voor de dieren die ze zag maar wel voor de dieren die ze niet zag.

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: