Het is eind mei 2016 en op een mooie avond krijg ik het op mijn heupen. Ik moet eruit. Op zoek. Naar wat dan ook. Iets dat de moeite waard is van het vastleggen. En dat vind ik. Nou en of. Bij een poel in de buurt zijn er libellen aan het uitsluipen. Op zich niks bijzonders, ware het niet dat het nu dus avond is en dat dit soort dingen juist vaak vroeg in de ochtend gebeurt. Ik heb een gewéldige avond en zie meerdere Grote keizerlibellen uitsluipen. Als de zon onder gaat en het licht wegvalt zie ik nog steeds nieuwe larven omhoog kruipen om de grote gedaanteverwisseling te kunnen beginnen. Ik ben hyper over wat ik aanschouw en wil éigenlijk niet weg. Toch is het onvermijdelijk. Zonder licht zie je nu eenmaal niets.
Sinds die avond 3 jaar geleden heb ik elk jaar geprobeerd om dit moment opnieuw te vangen, op dezelfde plek. In 2017 én 2018 is me dit niet gelukt. Als ik de tijd al kon vrijmaken kwam ik vaak aan en gierde het van de lege huidjes. Bewijs van een prachtmoment, dat helaas aan mij voorbij gegaan was. Gefrustreerd keer ik huiswaarts, wetende dat dit eigenlijk het enige moment was dat ik dit jaar in de gelegenheid was…
Het jaar 2019 zou anders worden. Vanwege opgroeiende kinderen, een verbouwing die grotendeels achter de rug was en een algehele opleving vanuit mezelf voor mijn hobby, zou ik ze dit jaar zéker vinden. Dat kon toch niet anders… Eerst scouten. Een belangrijk onderdeel. Zijn ze er überhaupt nog wel? Mijn werk is vlakbij de plek waar ik in 2016 die magische avond heb beleefd, dus in plaats van de pauzewandeling stap ik maandagmiddag op de fiets en race naar de plek waar ze moeten zijn. Ik kom aan, het waait hard, best koud. Toch vind ik tussen de lisdodden enkele lege huidjes. Dat vind ik deze keer niet erg, sterker nog, dit is eigenlijk precies wat ik vinden wou. Ze zijn bezig…! Goed zo.
Het gaat niet altijd helemáál volgens plan. Deze ongelukkige heeft zijn vleugels niet goed kunnen ontwikkelen. Hij wou wel vliegen, maar dat ging helaas niet. Filmpjuh.
Dinsdagavond komt het wel aardig uit, zij het dat ik pas rond 21:00 uur daar kan zijn. De zon gaat pas onder om 21:50 uur dus tijd zat! Ik vind echter alléén maar weer lege huidjes. Wel aanzienlijk meer dan dat ik eerst vond. Enkele tientallen hadden dus in de tussentijd het luchtruim gekozen! Wat ik nog meer vind, had ik liever niet gevonden. Het transformeren naar ‘imago’ is niet alleen een mooi proces, het is ook een ingewikkeld proces. De Keizer die ik aantref heeft zijn vleugels niet goed kunnen laten opdrogen. Het is een zootje geworden. Dikke druppels opgedroogd gifgroen vocht kleven als gestolde karamel aan zijn kreukelige vodjes van vleugels. Het trillen doet hij, tevergeefs, om zijn vleugels op te laten drogen. Dat zijn ze echter al. Waarschijnlijk snapt hij niet waarom het maar niet lukken wil om op te stijgen. Enkele verwoede pogingen later vis ik hem op uit het water. Wat moet je dan? M’n hart breekt. Ik besluit de natuur op z’n beloop te laten en zet hem terug bij de waterkant. Daar trilt hij verder, terwijl ik, ietwat gedesillusioneerd, terug richting de auto loop.
Een dag later, woensdag 29 mei, keer ik terug. Maar nu in de ochtend. Ik heb mijn les geleerd. Ik heb besloten om vandaag verlof te nemen, iets wat ik eigenlijk al sinds Kerst niet meer heb gedaan. Rond een uur of 10:00 kom ik aan en vind tot mijn grote blijdschap een uitsluipende keizerlibel! Maar. Er gebeurt niks (meer). Het proces lijkt stil te staan. Een beetje onderzoek wijst uit dat de larvenhuid niet gescheurd is in nek en dat het arme dier gestorven is in zijn harnas. Letterlijk. Verworden tot vogelvoer. Waarschijnlijk. Ook wéér méér larvenhuidjes. Dat wel. Maar niet méér uitsluipers. Mijn geduld wordt nu toch wel op de proef gesteld. Ik besluit rustig door te kijken tussen de lisdodden, immers, waar er één is moeten er toch meer zijn. En dat klopt ook. Ik vind er nog een. En nog een. En nog een paar. Yes! Dan. Mijn telefoon gaat. Mijn vrouw belt. Of ik wel op tijd thuis ben om de kinderen van school te halen. Oeps. Inderdaad. Dat had ik beloofd. Ik stamel de woorden ‘nou, ja, eehhh, als het moét, dan ben ik er….’ Inmiddels heeft zij aan één woord genoeg en snapt wat er aan de hand is. Ik bof met mijn vrouw. Dat is een understatement. Ik kies een exemplaar uit en besluit in alle rust het proces te volgen en te blijven tot het dier in kwestie de eerste vlucht inzet. Het is mooi zonnig weer en de wind is wat vlagerig. Niet erg hoor. Tussen de vlagen door hangt het beest mooi stil en kan ik helemaal los.
Het blijft en blijkt listig het hele proces vast te leggen. Nimmer heb ik bij de talloze uitsluipingen die ik heb gezien het moment gefotografeerd van ondersteboven-hangen-uit-je-ouwe-vel naar alle-handen-vast-aan-je-voormalig-kostuum. Dit gebeurt via een soort ultieme buikspieroefening waarbij de libel zich binnen enkele momenten geheel omdraait en het laatste stukje van zijn achterlijf uit het te krap geworden maatpak trekt. Ook dit keer heb ik dat moment wéér gemist. Of ze het ruiken dat je heel even wegloopt om iets te pakken. Misschien heb ik dit keer wél mijn lesje geleerd en blijf ik volgende keer wel zo lang met mijn finger-on-the-trigger om dat moment te schieten.
Het kan de pret niet drukken. Natuurlijk niet. Het zijn een paar fantastische uren waarbij ik af en toe merk aan mezelf dat ik voel dat ik ‘het wel gezien heb’ en een beetje moe begin te worden. Niet zo gek, de wekker ging om 04:15 uur, want in de vroege, vroege ochtend ben ik samen met mijn vriend Ruurd nog op een andere plek op zoek geweest naar libellen. Ik onderdruk de laatste tijd wel vaker dat gevoel en blijf dan tegen mijn huiswaartse drang in gewoon op locatie. Dat betaalt zich meestal uit in onverwachte momenten en ontmoetingen. Nu ook weer, voor het eerst zie ik, op deze plek in ieder geval, een ringslang het water in glijden. Veel te snel voor een foto. Maakt niet uit. Het staat op m’n netvlies. Cool.
Uiteindelijk heb ik weer veel te veel foto’s gemaakt, bijna 200. Dat wordt weer streng selecteren. Geen straf, dat zult u inmiddels wel begrijpen. Toch moet ik de wil onderdrukken dat die middag gelijk al te doen. Dat is niet moeilijk, de kinderen zijn inmiddels lekker thuis (opgehaald door mijn vrouw!) en doordat de avond ervoor mijn vader met pensioen ging en er een afscheidsdiner was, had ik ze al even niet gezien. Ook ’s avonds zou niet lukken, vanwege een bruiloftsfeest. Dat zou trouwens weer laat in bed worden, iets wat ik niet helemáál aan mijn wilde fotoplannen had gekoppeld. Om 02:15 uur, na 22 uur ‘op’ te zijn geweest, trek ik mijn oude kleren uit en kruip ik moegestreden in bed als een net uitgeslopen libel. Die nieuwe kleren komen morgen wel. Uitgeput val ik in slaap en als ik de volgende dag wakker word herinner ik mij vaag beelden van verkeerde momenten, lege accu’s, volle kaartjes en holle larvenhuidjes. Rustig maar Chris. Rustig. Dát was slechts een droom…
6 reacties
Foto’s en verhaal om je vingers bij af te likken. Tenminste als dat zou kunnen bij tekst en beeld. Chapeau Chris!
Jij mag dat Jowan! ???
Grt Chris.
Met heel veel plezier gelezen.
Ik krijg weer zin om de libellen te fotograferen als de tijd er weer voor is.
Gr Ed van der Reek
Goed om te horen Ed! ☺️
Grt Chris.
Zo herkenbaar, je verhaal Chris. Wij wonen sinds 3 jaar in een huis met in de tuin een vijver. Hier sluipen juffers, platbuiken en glazenmakers uit. Iedere keer weer een happening om naar te kijken en fotos te maken. En nog iedere keer weer hyper als ik de eerste ontdek die uitsluipt. Dan worden alle afspraken afgezegd en ben ik uren bij de vijver te vinden. Je hebt het mooi omschreven!
Hartelijke groet, Sarah
Wat moet dat een genot zijn in eigen tuin Sarah!!
Grt Chris.