Menu

Onderdeel van Pixfactory

Dood door schuld?

Ik loop voorzichtig achter de witte spiegel van mijn moeder aan, mijn vader loopt ernaast. We hebben de hele nacht kruiden gegeten langs de bosrand. Ik drink niet meer bij mijn moeder en eet nu gewoon wat mijn ouders eten. Ik ben bijna 1 jaar oud. Er is al weer een broertje of zusje op komst. We lopen terug het bos in. Het is nog donker. Plotseling staan vader en moeder verstijfd. Ze horen iets. Ik krijg het signaal te volgen en moeders gaat lopen, pa volgt, ik erachter. Dan hoor ik het ook, een blaf van een hond en pratende mensen.
Reekalf
Reekalf. Fotograaf: Arie van den Hout

Moeders zet een draf in en ik volg. Als we net op snelheid zijn is er een geluid recht voor ons, ook mensen! Mijn ouders slaan tegelijk een hoek naar links en ik volg weer. Hier was ik nog nooit geweest. Dan springt moeders ondanks haar extra gewicht over een hek, pa en ik remmen hard. We zien alleen nog een fel licht, een knal… en stilte…
Vanachter het gaas van de afrastering zien we een jonge vrouw uit de auto stappen en naar moeder toe lopen. Moeder beweegt niet. Ze doet niks. De vrouw gaat bellen en enige tijd later arriveren meer auto’s…

De bok en het kalfje blijven de boswachter volgen

Dit ging vooraf aan de melding die Goois Natuurreservaat boswachter Mirjam kreeg om 6:30 uur op dinsdagmorgen 23 februari. Het was de melding van het 3e ree dat overleed in dat gebied die week.
Ze beschrijft dat bij het wegrijden met de dode reegeit achterin dat de bok en het kalf haar een tijd lang bleven volgen, toen besloot ze toch maar meer gas te geven.
Dezelfde avond nog krijg ik het bericht dat op dezelfde plek de bok (pa) is aangereden. Ook dood. Waarschijnlijk nog op zoek naar zijn partner. Nummer 4 die week! Het kalfje blijft alleen achter.
Dit is één voorbeeld van de gevolgen die de Corona pandemie heeft op de natuur.

Mirjam, de boswachter, beschrijft evenals vele andere boswachters, dat reeën nu in allerlei uithoeken gedreven worden waar ze normaal niet komen en daarmee op alle mogelijke manieren in gevaar komen.

Een fotograaf aan het werk om een ree te fotograferen. Fotograaf: Arie van den Hout

Even geen reeën fotograferen?

Dit is dus ook een tijd om je als natuurfotograaf in te houden. Ik pleit er in mijn workshops, webinars en presentaties altijd voor om dieren naar je toe te laten komen. Dat is nu zeker van belang. Benader reeën nooit! Bestudeer ze liever en ga bijvoorbeeld gewoon op een plekje zitten waarvan je ontdekt hebt dat ze vaak lopen en laat ze naar jou toe komen. Nog beter, overweeg om nu even geen reeën te fotograferen.
De grootste verstoring, aldus de boswachters, is als gevolg van mensen die van de paden af gaan.

Natuurlijk is het prachtig dat mensen enthousiast zijn voor de natuur maar we helpen de natuur als we dat op een verantwoorde manier doen. Boswachter John van het Goois Natuurreservaat geeft drie tips:

  • Bereid je voor, lees de borden, ga niet van het pad.
  • Geef elkaar de ruimte. Realiseer je dat je te gast bent in de natuur. Op welk tijdstip ga je? Geef de natuur de ruimte.
  • Bedenk een alternatief, bijvoorbeeld een lange afstandspad. Overweeg niet te gaan.

En uiteraard zijn de reeën exemplarisch voor alle dieren die in de natuurgebieden leven. Alle dieren staan onder druk.

Reeën zwemmen zelfs weg

Het komt zelfs nog voor, ondanks alle voorlichting, dat mensen honden los laten lopen in gebieden waar dat niet mag. Een van de dode reeën was aangevallen door een loslopende hond, waar dat niet was toegestaan.
In het Naardermeer nemen de reeën zelfs de moeite om een flinke afstand over water te overbruggen om op een eiland midden op het Naardermeer de mensen te ontvluchten.

Deze keer dus een praktische column. Als iedereen zich aan de terreinregels houdt en de natuurfotograaf geen extra en onnodige druk legt kunnen de gebieden open blijven en kunnen we zo blijven genieten van de natuur.

Geef een reactie

16 reacties

  1. Goed gezegd en zo waar. Dieren worden overal in het nauw gedreven. Ik ben ook natuurfotograaf, maar ben al ruim een jaar de natuur niet in geweest. Ik fotografeer nu wel in mijn achtertuin of in een parkje dicht bij huis. Ik fotografeer het liefst dieren, maar nu maar even niet, behalve dan de vogels en insecten in mijn achtertuin. Of ik verleg mijn focus nu maar even op huisdieren en paarden.

  2. Vandaag met de auto naar het Staatsbosbeheer informatiecentrum ‘t Leesten. Daar stonden om 10 uur al zoveel auto’s dat we snel verder gereden zijn naar rustiger oorden. Helaas ook vandaag weer wandelaars met loslopende honden die soms schielijk aangelijnd worden als wij in beeld komen. Men gaat zelfs met loslopende hond naar een wildobservatiescherm.
    Ik zie maar één oplossing: honden verbieden in natuurgebieden. Overal behalve op een paar plaatsen waar honden uitdrukkelijk en misschien ook vrij mogen lopen. En kies die gebieden dan niet zoals hier in Dieren dat je er als wandelaar verplicht doorheen moet om het bos te bereiken.
    En dan de tweede maatregel. Alle wegen door de natuur dienen een maximum snelheid van 60 km/u te krijgen. Herten kunnen je vanaf 70 km/u niet eens waarnemen. En graag veel verplaatsbare snelheidsradars opstellen.
    Tot slot nog een opmerking – een open deur eigenlijk – de verhouding tussen de hoeveelheid mensen en de hoeveelheid natuur in dit land is helemaal scheef gegroeid en moet dringend hersteld worden teneinde ons land voor mens en dier weer leefbaar te maken.

  3. Een rake tekst! En maar al te waar! Nu gaat het nog om een dood dier, dat teruggevonden wordt. Kleine(re) slachtoffers blijven heel vaak buiten beeld.
    Ook ik doe aan natuurfotografie. Al tientallen jaren. Doorgaans ging ik ergens urenlang of zelfs een hele dag zitten en zag vanzelf wel, wat er langs kwam. Gewoon bij een boom aan de rand van een pad. Sinds een aantal jaren beleef ik daar weinig plezier meer aan. Al ruim voordat corona en de lockdown er waren, had ik te maken met allerlei struiners en op het laatst eigenlijk 0% ‘dierengarantie’. Verstoring (wat me even van het hart moet: tijdens onderzoek zag ik zelfs voor keurig aangelijnde honden op 600 meter afstand edelherten op de vlucht gaan!) en gestruin vinden al tientallen jaren plaats (lees er maar eens oude tijdschriften of boeken op na). De drukte in de bossen is gaandeweg veel sterker geworden, doordat er heel veel (te veel) Nederlanders en buitenlandse toeristen de natuur in trokken/trekken. Coronamaatregelen tellen buiten niet (doorgaans ben ik degene die noodgedwongen van het pad afwijk om passanten ‘de ruimte te geven’, want aan achter elkaar lopen doet men niet). Bordjes leest men niet (‘ik kom hier niet voor de bordjes…’), honden staan niet onder appèl (ik ben inmiddels al een keer door een wildvreemde hond die op me af kwam stuiven in mijn oor gebeten, maar ‘dat doet ie anders nooit, hoor’… – nee, het was mijn eigen domme schuld; had ik daar maar niet moeten wandelen…) of worden plompverloren losgelaten waar het niet mag (bij gebrek aan boa’s is de pakkans bijna nihil). En dan de nieuwste ‘brutaliteit’: zit ik tijdens een wandeling op een bankje, knoopt er iemand een gesprek aan met als binnenkomer ‘heb jij nog leuke dingetjes gezien, want ik deel dat altijd op internet’. Ik deel in zo’n geval graag een traktatie uit in de vorm van een enthousiast klinkend antwoord in de vorm van: ‘Ja! … Mensen! Bomen. Planten. Mooie wolkenluchten.’ Ik ga echt niet vertellen, wat ik allemaal waarneem. Waar dat toe leidt is zichtbaar op plekken, die kennelijk op internet vaak worden genoemd of… waar vegetatie platgestampt is, doordat die locatie vermeld staat in een van de boeken uit de reeks ‘De mooiste fotolocaties’. Sinds het verschijnen van het deel Noord-Nederland is het in mijn ‘achtertuin’ druk geworden; oevervegetatie is verdwenen (opgeofferd voor het tigste obligate plaatje) en een verbodsbordje wordt genegeerd om een locatie te bezoeken die voor het publiek niet eens toegankelijk is. En dat alles voor één fotootje, een race naar huis, in allerijl een (verhaaltje met) plaatje op een (a)sociaal medium en dan maar wachten op de oogst van opgestoken duimpjes. De narcis(t)jes tieren welig. Van mij krijgen zulke sneue figuren in gedachten een andere opgestoken vinger. Ik laat in het midden welke…

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

16 reacties

  1. Goed gezegd en zo waar. Dieren worden overal in het nauw gedreven. Ik ben ook natuurfotograaf, maar ben al ruim een jaar de natuur niet in geweest. Ik fotografeer nu wel in mijn achtertuin of in een parkje dicht bij huis. Ik fotografeer het liefst dieren, maar nu maar even niet, behalve dan de vogels en insecten in mijn achtertuin. Of ik verleg mijn focus nu maar even op huisdieren en paarden.

  2. Vandaag met de auto naar het Staatsbosbeheer informatiecentrum ‘t Leesten. Daar stonden om 10 uur al zoveel auto’s dat we snel verder gereden zijn naar rustiger oorden. Helaas ook vandaag weer wandelaars met loslopende honden die soms schielijk aangelijnd worden als wij in beeld komen. Men gaat zelfs met loslopende hond naar een wildobservatiescherm.
    Ik zie maar één oplossing: honden verbieden in natuurgebieden. Overal behalve op een paar plaatsen waar honden uitdrukkelijk en misschien ook vrij mogen lopen. En kies die gebieden dan niet zoals hier in Dieren dat je er als wandelaar verplicht doorheen moet om het bos te bereiken.
    En dan de tweede maatregel. Alle wegen door de natuur dienen een maximum snelheid van 60 km/u te krijgen. Herten kunnen je vanaf 70 km/u niet eens waarnemen. En graag veel verplaatsbare snelheidsradars opstellen.
    Tot slot nog een opmerking – een open deur eigenlijk – de verhouding tussen de hoeveelheid mensen en de hoeveelheid natuur in dit land is helemaal scheef gegroeid en moet dringend hersteld worden teneinde ons land voor mens en dier weer leefbaar te maken.

  3. Een rake tekst! En maar al te waar! Nu gaat het nog om een dood dier, dat teruggevonden wordt. Kleine(re) slachtoffers blijven heel vaak buiten beeld.
    Ook ik doe aan natuurfotografie. Al tientallen jaren. Doorgaans ging ik ergens urenlang of zelfs een hele dag zitten en zag vanzelf wel, wat er langs kwam. Gewoon bij een boom aan de rand van een pad. Sinds een aantal jaren beleef ik daar weinig plezier meer aan. Al ruim voordat corona en de lockdown er waren, had ik te maken met allerlei struiners en op het laatst eigenlijk 0% ‘dierengarantie’. Verstoring (wat me even van het hart moet: tijdens onderzoek zag ik zelfs voor keurig aangelijnde honden op 600 meter afstand edelherten op de vlucht gaan!) en gestruin vinden al tientallen jaren plaats (lees er maar eens oude tijdschriften of boeken op na). De drukte in de bossen is gaandeweg veel sterker geworden, doordat er heel veel (te veel) Nederlanders en buitenlandse toeristen de natuur in trokken/trekken. Coronamaatregelen tellen buiten niet (doorgaans ben ik degene die noodgedwongen van het pad afwijk om passanten ‘de ruimte te geven’, want aan achter elkaar lopen doet men niet). Bordjes leest men niet (‘ik kom hier niet voor de bordjes…’), honden staan niet onder appèl (ik ben inmiddels al een keer door een wildvreemde hond die op me af kwam stuiven in mijn oor gebeten, maar ‘dat doet ie anders nooit, hoor’… – nee, het was mijn eigen domme schuld; had ik daar maar niet moeten wandelen…) of worden plompverloren losgelaten waar het niet mag (bij gebrek aan boa’s is de pakkans bijna nihil). En dan de nieuwste ‘brutaliteit’: zit ik tijdens een wandeling op een bankje, knoopt er iemand een gesprek aan met als binnenkomer ‘heb jij nog leuke dingetjes gezien, want ik deel dat altijd op internet’. Ik deel in zo’n geval graag een traktatie uit in de vorm van een enthousiast klinkend antwoord in de vorm van: ‘Ja! … Mensen! Bomen. Planten. Mooie wolkenluchten.’ Ik ga echt niet vertellen, wat ik allemaal waarneem. Waar dat toe leidt is zichtbaar op plekken, die kennelijk op internet vaak worden genoemd of… waar vegetatie platgestampt is, doordat die locatie vermeld staat in een van de boeken uit de reeks ‘De mooiste fotolocaties’. Sinds het verschijnen van het deel Noord-Nederland is het in mijn ‘achtertuin’ druk geworden; oevervegetatie is verdwenen (opgeofferd voor het tigste obligate plaatje) en een verbodsbordje wordt genegeerd om een locatie te bezoeken die voor het publiek niet eens toegankelijk is. En dat alles voor één fotootje, een race naar huis, in allerijl een (verhaaltje met) plaatje op een (a)sociaal medium en dan maar wachten op de oogst van opgestoken duimpjes. De narcis(t)jes tieren welig. Van mij krijgen zulke sneue figuren in gedachten een andere opgestoken vinger. Ik laat in het midden welke…

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Arie van den Hout

Arie van den Hout

Arie van den Hout is sinds zijn jeugd gepassioneerd natuurliefhebber, fotograaf en onderzoeker. Hij deelt zijn passie graag, o.a. via workshops. Genieten staat voorop, de rest volgt van zelf, is een van zijn motto’s.

Meer columns van deze auteur

Deze artikelen vind je vast ook interessant: