Menu

Onderdeel van Pixfactory

Is flitsfotografie bij wilde dieren ethisch verantwoord?

Flitsfotografie geeft jou als natuurfotograaf meer creatieve mogelijkheden. Is het ook ethisch verantwoord? Over het antwoord bestaan zeer uitgesproken meningen. In dit artikel probeert Ronald Zimmerman meer duidelijkheid te geven over wat wij hierover weten.
Met een flitser kun je ook bij een aspis adder details benadrukken. Fotograaf: Ronald Zimmerman

De mogelijke invloed van flitsen

Als natuurfotograaf die een flitser gebruikt is het belangrijk om na te denken over de mogelijke invloed hiervan. Er zijn twee soorten invloeden waar we rekening mee houden. Dat zijn de mogelijke invloed op de gezondheid van het dier en de mogelijke invloed op het gedrag van een dier (verstoring). Als ethische natuurfotograaf wil je beide niet negatief beïnvloeden.

De vraag: “is flitsen slecht voor dieren?”, zou je met “nee” kunnen beantwoorden. Toch ligt het echte antwoord een stuk genuanceerder. Het antwoord ligt aan de situatie, de diersoort en de tijd (van het jaar).

Het bewijs wat aangedragen wordt tegen het gebruik van een flitser is veelal anekdotisch. Ondanks de goede bedoelingen worden de maatregelen niet met een degelijke onderbouwing ondersteund. Je kunt je dan ook afvragen of deze maatregelen echt nodig zijn.

De Schorsmarpissa is een springspin. Door het kleine formaat is een enorme vergroting en klein diafragma nodig. Om de foto goed belicht te krijgen is een flitser essentieel. Fotograaf: Marit van Ekelenburg

Wat zegt de wetenschap?

De wetenschap biedt vaak antwoorden op ingewikkelde vragen. Het korte antwoord is dat de wetenschap het ook niet weet, omdat het nog niet voldoende onderzocht is. Je kunt op dit moment dus niet met zekerheid zeggen dat het flitsen van wilde dieren schadelijk of onschuldig is. Nuance is dus belangrijk.

Er zijn op dit moment twee onderzoeken gedaan waarbij de invloed van flitsfotografie op een specifieke groep dieren is onderzocht.

Het eerste onderzoek was naar het effect van flitsfotografie op langzaam bewegende vissen zoals zeepaardjes. In de duikwereld en in zeeaquariums bestaan goedbedoelde maatregelen. Zo zijn er maatregelen die het flitsen verbieden of dat je een vis een beperkt aantal keren mag flitsen. Deze goedbedoelde maatregelen zijn alleen niet gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Na meerdere experimenten met sterkere flitsen dan bij fotografie bleek het jachtgedrag niet beïnvloed te worden en er was geen permanente oogschade ontstaan. Wel bleek dat het aanraken van de vissen een sterk nadelig effect heeft.

Het tweede onderzoek ging over de West-Indische anolis (Anolis cristatellus). Wegens ecotoerisme is er onderzoek gedaan naar de effecten van fotografie op deze hagedissen. Uit dit onderzoek bleek dat deze hagedissen hun dreighouding aannamen als reactie op het geluid van de sluiter van de camera. Dit gedrag laten zij normaal gesproken zien bij de aanwezigheid van een roofdier. Een relevantere uitkomst was dat de anolissen niet op de flitser reageerden.

Uit beide onderzoeken blijkt de flits geen nadelig effect te hebben op het gedrag van de dieren. Deze uitkomst geldt alleen voor deze specifieke situaties en zijn niet bruikbaar bij andere diersoorten. Daarvoor is weer ander specifiek onderzoek nodig.

Een Charles Myers Anolis die zijn keelflap laat zien om te imponeren. Fotograaf: Ronald Zimmerman
Aanwijzingen en overwegingen

Zoals eerder vermeld ligt het echte antwoord een stuk genuanceerder. Ondanks dat er weinig onderzoek naar de invloed van flitsen is gedaan, bestaan er wel bepaalde vermoedens over de effecten. Veel van deze vermoedens zijn gebaseerd op onderzoeken die raakvlakken hebben met het onderwerp en op ervaringen in het veld. Dit geeft mogelijke aanwijzingen, maar tonen niet aan of het flitsen van wilde dieren schadelijk of onschuldig is.

Een nacht-actieve boomkikker die gefotografeerd is met een flitser om die prachtige details te laten zien. Fotograaf: Ronald Zimmerman
Over mogelijke permanente schade aan de ogen

Er zijn onderzoeken gedaan naar permanente schade van het netvlies door licht bij muizen en ratten. Dit deden de onderzoekers door een sterk ongefilterd wit gefocust licht langdurig op één plaats van het netvlies te focussen. Hier hebben ze permanente schade van het netvlies vastgesteld. Dit type licht kun je vergelijken met een laser wat ook een zeer gefocuste lichtstraal is. Ook kan langdurig direct in de zon kijken voor permanente schade van het netvlies zorgen. Een flitser is echter altijd kortdurend en het licht is vele malen minder gefocust. Het flitslicht dat het dier bereikt is vele malen minder sterk dan de gefocuste bundel van het onderzoek. Op basis van deze kennis is het aannemelijk dat er geen permanente schade is aan het netvlies en het flitsen geen negatieve invloed heeft op de gezondheid. Daarnaast bestaan er geen data die aantonen dat de flits van een camera blijvende schade bij enig levend wezen veroorzaakt.

Wanneer je zeer langzaam beweegt kun je de zandhagedis ook met meer scherptediepte fotograferen en de details beter uitlichten. Fotograaf: Ronald Zimmerman
Over het mogelijk tijdelijke effect op de ogen

Wel is het mogelijk dat dieren in het donker tijdelijk wat minder goed kunnen zien door een flits. Wij zien “sterretjes” wanneer wij in het donker met flits gefotografeerd worden. In het begin zie je dan slecht en daarna zal je geleidelijk weer kunnen zien. In ongeveer 15-20 minuten is het grootste gedeelte van het zicht weer terug. Bij een nieuwe flits begint dit proces opnieuw. Dit effect op de mens zal vergelijkbaar zijn bij andere dag-actieve dieren.

Bij nacht-actieve dieren, die gevoeligere ogen hebben, is het effect mogelijk sterker. Waarschijnlijk duurt het iets langer voordat het volledige zicht weer terug is. Echter is dit niet met zekerheid te zeggen.

Het tijdelijke effect kan invloed hebben op het gedrag van een dier en kan verstorend zijn. Het kan een dier kwetsbaarder maken voor roofdieren en afleiden van zijn activiteiten. Als je hier meer zekerheid over wil hebben dan zou het effect per diersoort onderzocht moeten worden.

Ondanks het ontbreken van een wetenschappelijke onderbouwing kan het geen kwaad om rekening te houden met dit tijdelijke nadelige effect. Flitsen kan invloed hebben op het gedrag, en mogelijk zelfs verstorend zijn.

Ik heb er begrip voor dat op drukke toeristische plaatsen maatregelen genomen zijn om flitsfotografie te beperken. Vooral wanneer hetzelfde dier steeds opnieuw door groepen fotografen geflitst wordt. Het zicht van het dier zal dan elke keer opnieuw moeten herstellen. Op zeer afgelegen plaatsen hoeft het zicht zich alleen van jouw flitsen te herstellen.

Bij een ultra-macro van een boomkikker is een flits essentieel. Zorg dat je geen takken aanraakt, want dan springen zij weg. Fotograaf: Ronald Zimmerman

Vermijd het flitsen bij voortplantingsgedrag

Enkele dieren reageren wel op een flits. Daarom is het aan te raden om voortplantingsgedrag van dieren te respecteren. Je zou in de buurt van een nest of een dier met een jong het beste niet kunnen flitsen. Dit geldt eigenlijk voor alles wat deze dieren kan verstoren. Met name bij bedreigde diersoorten is de voortplanting essentieel voor het voortbestaan van de soort. Verstoring heeft dan niet alleen invloed op het individu, maar zelfs op de hele populatie. Je kunt je afvragen of dit het maken van een foto waard is.

Bij de voortplanting van zeeschildpadden is de verstoring door licht direct zichtbaar. Jonge zeeschildpadden die uit het nest kruipen zijn erg lichtgevoelig. Zij hebben licht nodig om zich te oriënteren. Door het licht te volgen vinden zij de zee. Zij reageerden zelfs op het scherm van een telefoon door in die richting te kruipen. Een witte zaklamp en flitser zijn op stranden waar zij nesten hebben dan ook terecht verboden.

Nadelige effecten hebben meestal een andere oorzaak

In het onderzoek naar de zeepaardjes werd het hanteren van de dieren genoemd als schadelijk. In het onderzoek naar de anolissen werd het geluid van de sluiter van de camera genoemd als oorzaak van het dreiggedrag. Beide onderzoeken toonden aan dat andere invloeden voor verstoring zorgden. De ervaring van veel natuurfotografen is dat ook de meeste nacht-actieve dieren niet reageren op een flits. Dat is niet vreemd, omdat in de natuur ook felle flitsen voorkomen bij onweer. Dieren reageren meestal wel op bewegingen (van vegetatie) of geluiden. Een natuurfotograaf kan als roofdier aangezien worden en daarom vluchtgedrag veroorzaken. Op drukke plaatsen zal het effect van deze invloeden groter zijn. Het is daarom belangrijk onze eigen negatieve invloeden te minimaliseren.

Tips voor verantwoorde flitsfotografie

Vanwege de aanwijzingen en vermoedens is het aan te raden om rekening te houden met de dieren. Hier zijn een aantal tips en overwegingen om jouw invloed op de dieren te minimaliseren. Een bijkomend voordeel is dat deze ook een positief effect hebben op de kwaliteit van de foto’s.

  • Verdiep je in het onderwerp of ga met iemand mee die de kennis heeft. Zorg dat je weet wat het dier doet en hoe het zich gedraagt. Leer met name de signalen van stress. Dit helpt bij het aflezen of het dier last heeft van de flits. Is dat zo? Stop dan met fotograferen.
  • Raak de dieren niet aan. Probeer ook de vegetatie, zoals takken en bladeren, niet aan te raken.
  • Zorg dat je zo min mogelijk flitsen nodig hebt. Het mogelijk tijdelijke effect op het zicht zal dan minder zijn. Het zicht kan zich dan eerder herstellen. Dit doe je door te zorgen dat de sterkte van de flits ingesteld is voordat je het dier begint te fotograferen. Test de belichting bijvoorbeeld op een blad of tak.
  • Oefen je vaardigheden thuis op een levenloos testobject. Dit helpt je om in het veld sneller en nauwkeuriger te kunnen fotograferen. Hierdoor kun je sneller doorlopen en het dier zijn gang laten gaan.
  • Gebruik bij voorkeur een off-camera flitser. Hiermee kun je zelf de afstand van de flitser beter bepalen. Ook kun je hiermee vanuit een hoek fotograferen in plaats van recht in de ogen.
  • Gebruik een softbox of diffuser om de flits minder sterk te maken. Met name wanneer je van dichtbij flitst. Hiermee houd je rekening met het tijdelijke effect op de ogen. De ogen zullen sneller het volledige zicht terug hebben.
  • Zorg dat het licht van de flits minder sterk is. Dat kun je doen door handmatig te flitsen op een zo laag mogelijk vermogen. Een hogere ISO-waarde kan dit ondervangen. Ook hierdoor zal het mogelijk tijdelijke effect op het zicht minder zijn.
  • Respecteer plaatselijke regels over flitsfotografie. Ook als je het er niet mee eens bent.
Ook bij honingbijen kun je met een flitser de kleuren van het scherm laten knallen. Zorg dat je met de flitser niet tegen de bloem aan stoot. Fotograaf: Marit van Ekelenburg

Is flitsfotografie bij wilde dieren ethisch verantwoord? Het antwoord is genuanceerd. Het is nog onvoldoende onderzocht waardoor wij het niet zeker weten. Wel kunnen we zo veel mogelijk rekening houden met mogelijk nadelige effecten op het gedrag. Wellicht geeft toekomstig onderzoek nieuwe feiten en inzichten.

Wil je verder lezen over macrofotografie?
Hier zetten we alles over macrofotografie voor je op een rij.

12 reacties

  1. Dit is een mooie, zorgvuldig geformuleerde beschouwing rondom het gebruik van flitslicht bij dieren fotografie. Wetenschappelijke bevindingen worden gebruikt voor het toetsen van de toelaatbaarheid, resp. het vóórkomen van al dan niet blijvende schade door het flitsen. Wat bij wetenschappelijk onderzoek vaak wordt nagelaten is het onderscheid maken tussen “niet aangetoond” en “niet aantoonbaar”. Vanuit mijn vroegere vak klinische pathologie (ik ben 78 jaar) weet ik, dat dit een essentiëel aspect is: bij “niet aantoonbaar” kan het onderzochte onder de detectiegrens liggen van de gebruikte techniek, bij “niet aangetoond” is het mogelijk, dat de meest geschikte methode niet is gebruikt.
    Wat m.i. altijd geldt bij het gebruik van flitslicht bij fotografie van dieren is verstoring. Hoe aanvaardbaar dat is wordt in de praktijk waarschijnlijk vooral bepaald door de gretigheid van de fotograaf. Een factor daarbij is ook de mate van empathie die de fotograaf heeft voor zijn onderwerp: bij een regenworm zal die waarschijnlijk aanzienlijk lager liggen dan bij een kuiken dat uit zijn ei klautert. Dat wordt geïllustreerd door het hierboven kwalificeren als “essentieel” van het gebruik van flitslicht voor een foto van een spin. De fotograaf wil in ieder geval zijn foto maken, wat dat voor de spin wel of niet betekent is kennelijk totaal irrelevant. Bij een ander dier zou er wellicht wel een afweging van voor of tegen zijn.
    Ik heb besloten nooit flitslicht te gebruiken bij dierfotografie.

    1. Bedankt! Interessant dat onderscheid tussen “niet aangetoond” en “niet aantoonbaar”. Dat laatste zou dan wellicht met technische ontwikkelingen kunnen veranderen. Vandaar ook mijn laatste zin.
      Ik heb geprobeerd een onderscheid te maken tussen “fysieke schade” en verstoring.
      Waarom is volgens u flitslicht altijd verstorend?
      Over empathie durf ik geen harde uitspraak te doen. Ik kan me niet voorstellen dat een macrofotograaf met een liefde voor spinnen hier geen empathie voor heeft. Generaliserend voor “het grote publiek” begrijp ik dat stuk.

  2. Beste Ronald, ik woon vlakbij de boomkikkertjes en fotografeer ze heel veel. Als ik met mijn macrolens te dichtbij kom dan draaien ze zich vaak om. In het begin probeerde ik het vanaf de andere kant van het struikje, maar daar draaide hij/zij zich weer terug. Dus denk ik dat ze het niet prettig vinden als ik te dichtbij kom met mijn macrolens, laat staan met een flits. Dus wat mij betreft niet flitsen tijdens de voortplanting en liever daar voor en daarna ook niet. Vriendelijke groet, Rachel

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Geef een reactie

12 reacties

  1. Dit is een mooie, zorgvuldig geformuleerde beschouwing rondom het gebruik van flitslicht bij dieren fotografie. Wetenschappelijke bevindingen worden gebruikt voor het toetsen van de toelaatbaarheid, resp. het vóórkomen van al dan niet blijvende schade door het flitsen. Wat bij wetenschappelijk onderzoek vaak wordt nagelaten is het onderscheid maken tussen “niet aangetoond” en “niet aantoonbaar”. Vanuit mijn vroegere vak klinische pathologie (ik ben 78 jaar) weet ik, dat dit een essentiëel aspect is: bij “niet aantoonbaar” kan het onderzochte onder de detectiegrens liggen van de gebruikte techniek, bij “niet aangetoond” is het mogelijk, dat de meest geschikte methode niet is gebruikt.
    Wat m.i. altijd geldt bij het gebruik van flitslicht bij fotografie van dieren is verstoring. Hoe aanvaardbaar dat is wordt in de praktijk waarschijnlijk vooral bepaald door de gretigheid van de fotograaf. Een factor daarbij is ook de mate van empathie die de fotograaf heeft voor zijn onderwerp: bij een regenworm zal die waarschijnlijk aanzienlijk lager liggen dan bij een kuiken dat uit zijn ei klautert. Dat wordt geïllustreerd door het hierboven kwalificeren als “essentieel” van het gebruik van flitslicht voor een foto van een spin. De fotograaf wil in ieder geval zijn foto maken, wat dat voor de spin wel of niet betekent is kennelijk totaal irrelevant. Bij een ander dier zou er wellicht wel een afweging van voor of tegen zijn.
    Ik heb besloten nooit flitslicht te gebruiken bij dierfotografie.

    1. Bedankt! Interessant dat onderscheid tussen “niet aangetoond” en “niet aantoonbaar”. Dat laatste zou dan wellicht met technische ontwikkelingen kunnen veranderen. Vandaar ook mijn laatste zin.
      Ik heb geprobeerd een onderscheid te maken tussen “fysieke schade” en verstoring.
      Waarom is volgens u flitslicht altijd verstorend?
      Over empathie durf ik geen harde uitspraak te doen. Ik kan me niet voorstellen dat een macrofotograaf met een liefde voor spinnen hier geen empathie voor heeft. Generaliserend voor “het grote publiek” begrijp ik dat stuk.

  2. Beste Ronald, ik woon vlakbij de boomkikkertjes en fotografeer ze heel veel. Als ik met mijn macrolens te dichtbij kom dan draaien ze zich vaak om. In het begin probeerde ik het vanaf de andere kant van het struikje, maar daar draaide hij/zij zich weer terug. Dus denk ik dat ze het niet prettig vinden als ik te dichtbij kom met mijn macrolens, laat staan met een flits. Dus wat mij betreft niet flitsen tijdens de voortplanting en liever daar voor en daarna ook niet. Vriendelijke groet, Rachel

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: