Hij (om het schepseltje maar een aanspreektitel te geven) is net uit het ei gekropen, zette vanmorgen meteen zijn eerste stapjes en ligt nu aan de rand van zijn wereld: een eiland van ongeveer 4 x 6 meter in een plas-drasgebied in Groningen. Zijn moeder heeft hem zojuist met een simpel kort geluidje de opdracht gegeven niet te bewegen. Dat doet hij dan ook niet. Reden? Gevaar, een zojuist gelande torenvalk. De kwetsbaarheid van dit minuscule wezentje is net zo groot als de intelligentie die hem bestuurt. Hij houdt de ogen half gesloten en kijkt als het ware door spleetjes. Hij ligt er nu al zeker een kwartier zo en hij raakt niet ongeduldig of onzeker. Hij blijft. Dat heeft de evolutie hem blijkbaar geleerd. Hij ligt zo’n 5 meter van het nest.
Eén dag oud, ga zelf je eten maar zoeken!
Zojuist nog liep hij ‘vrolijk’ over zijn eiland en had op zijn eerste dag in deze wereld de intelligentie al om zelf insectjes op te pikken. Nestvlieders noemen ze dat. Zijn ouders voeren hem dus niet. Ongelooflijk toch? Soms trok hij zo hard aan een wormpje, die dan los schoot, zodat hij achterover kukelde en op zijn rug terecht kwam. Dan stond hij op en ging onverschrokken verder. Er zijn twee broertjes of zusjes en één ei is nog niet uitgekomen.
Tijdens de eerste uren uit het ei duurde zijn expeditie de wereld in ongeveer 1 á 2 minuten en hij durfde wel 2 meter weg te lopen. Dan rende hij weer terug naar moeders om op te warmen. Na een paar uur werd de afstand langzaam aan groter en rond het middaguur liep hij al helemaal naar de andere kant van het eiland, zo’n 5 meter van het nest waar moeder de zorg afwisselt met vader.
Ongerust
Dit is zijn langste expeditie ooit en hij begint langzaam aan af te koelen. Normaal zou hij allang weer tegen het warme lijf van de ouder aan liggen maar de torenvalk voorkomt dat hij naar huis kan lopen. Moeders zit hoog op het nest en lijkt ongerust. Als ze naar het jong zou gaan vestigt ze er wellicht ook de aandacht op; daarbij komen dan ook de andere jongen en het ei bloot te liggen.
Het mannetje, dat een wat strakker uitziend pak aan heeft met wat dieper zwart dan het vrouwtje, heeft e.e.a. op een afstandje gevolgd en komt wat nerveuzig naar het eiland gelopen. Inmiddels duurt dit al een half uur. Het mannetje komt steeds dichterbij het stilliggende jong totdat hij er 30 cm vandaan staat. Nog verroert het jong zich niet. Het blijft doodstil liggen. Pas als de vader er vlak naast staat krijgt het het signaal. Het kopje komt omhoog en dan schiet het vliegensvlug onder de vleugels van zijn vader.
Mag ik?
Een uurtje later is er een moment dat alle drie jongen tegelijk op stap zijn en naar de andere kant van het eiland gelopen zijn. In plaats van ze allemaal terug te laten lopen naar het nest besluit moeder het ene ei even te laten liggen en de jongen ter plekke op te warmen. Ze gaat in de buurt van de jongen staan en deze melden zich een voor een. Ze doen dit allemaal op dezelfde fascinerende manier: ze presenteren zich door even voor haar te gaan staan, naar boven te kijken, alsof ze zeggen “hier ben ik, mag ik eronder?”. Daarna pas gaat moeders iets omhoog en laat het jong toe onder de vleugels. Geen enkele gaat er ‘zomaar’ onder! Iedere keer dit subtiele ritueeltje.
Rots in de branding
Plots verandert het weer en wordt het wat donkerder en koeler. Het vrouwtje besluit de drie jongen te verlaten en loopt naar het nest waar het ene ei open en bloot ligt en gaat er op zitten. Nog geen 5 minuten later begint het te stortregenen, de andere jongen volgen meteen en het vrouwtje beschermt het nageslacht tegen de kou.
Wegwezen!
De samenwerking tussen beide ouders wordt even later ook evident als er een bontbekplevier richting het eiland loopt. Dat is dus niet de bedoeling! Beide ouders confronteren de ongenode gast en gaan verenigd naast elkaar tegenover de grotere neef staan. Daar is de bontbekplevier niet van gecharmeerd en hij neemt een dreighouding aan met omhoog gespreide staart en half geopende vleugels. Het mannetje kleine plevier deinst niet terug, zet meteen de aanval in en vliegt de bontbekplevier voluit aan met geopende bek en bijt hem in de nek.
Dit gedrag zag ik diverse malen, al dan niet steeds met zoveel agressie. Krakeenden, tureluurs en kluten werden beleefd, doch met klem, verwezen naar een andere locatie; “welke dan ook, maar niet hier!” leken de kleine plevieren te denken. De onaflatende zorg, communicatie, intelligentie, inzet en efficiëntie die deze vogeltjes ten toon spreidden vind ik indrukwekkend. Daarmee heeft de kleine plevier voor mij stiekem een onuitgesproken extra naam gekregen; de (grote) kleine plevier.
18 reacties
Aandoenlijk verhaal, meeslepend geschreven en ook visueel aangrijpend in beeld gebracht.
Dank voor je mooie reactie Astrid!
Prachtig verhaal en nog mooiere foto’s!
Dank je Erik!
Schitterend geschreven
Dank je Ans!