Macrofotografie met Judith Borremans: deel 3 – de nabewerking

Maak de foto zo goed mogelijk in het veld

Het is natuurlijk een beetje een dooddoener, de opmerking: “maak de foto zo goed mogelijk al in het veld”, maar dit zou wel je uitgangspunt moeten zijn. Des te minder tijd kost je nabewerking. Neem in het veld de tijd om een goede compositie te kiezen, let goed op de achtergrond, haal storende takjes weg, enz.

Foto’s ordenen op je computer en nabewerkingssoftware

Zelf gebruik ik voor 99% het programma Lightroom van Adobe. Hierin kan je je foto’s ordenen, voorzien van trefwoorden en labelen. Inmiddels is het programma zo uitgebreid, dat ik eigenlijk al mijn nabewerkingen hierin kan doen. Het programma is te uitgebreid om hier alles te laten zien. Maar hieronder probeer ik je zoveel mogelijk tips te geven:

Importeren en Ordenen, mijn workflow

Mijn advies is om je foto’s rechtstreeks met en in Lightroom te importeren. Hierdoor komt de foto’s gelijk in de juiste map en/of submap in Lightroom.

• Je kaartje met behulp van een cardreader met Lightroom importeren.
• Geef aan in welke (sub)map de foto’s opgeslagen moeten worden. Ikzelf geef de map de naam van het gebied waar de foto’s zijn gemaakt en de submappen krijgen de datum waarop de foto’s zijn gemaakt:

• Trefwoorden kan je gelijk ingeven of achteraf. Trefwoorden toekennen maakt het zoeken naar foto’s in de database makkelijker.
• Ik kies bij import voor voorvertoning 1:1, dat neemt wat tijd in beslag bij het inlezen, maar bij het bladeren door je foto’s achteraf gaat dat sneller.
• Wees geduldig tijdens het inlezen en ga niet alvast links en rechts klikken op de foto’s, dit vertraagt het importproces van Lightroom enorm.

Nadat de foto’s zijn ingelezen blader ik door de foto’s en geef ik een vlaggetje aan de foto’s die ik wil bewaren (sneltoets P) en een kruisje aan de foto’s die ik gelijk al wil weggooien (sneltoets X). Tip: zet je capslock aan, dan ga je bij intoetsen van de P of X gelijk door naar de volgende foto, handig!

Na deze grove selectie gooi ik de foto’s met X gelijk in de prullenbak. Dat ruimt op! De foto’s met een vlaggetje blijven over en die ga ik uitzoeken en nabewerken.

Hoever ga je met bewerken?

Dit is natuurlijk heel persoonlijk en smaakafhankelijk. Sommige mensen gaan hier heel ver in en soms vind ik dat mooi en soms niet. Maar iedereen moet dit natuurlijk helemaal zelf weten. Zoals ik al eerder schreef: maak je beeld zo goed mogelijk al in het veld, dit scheelt tijd achter de computer, waardoor je weer meer tijd in het veld kan zijn met je camera :-).

Toch ontkom je vaak niet aan nabewerking. Zeker als je in RAW (het rauwe bestand) fotografeert moet je altijd iets bewerken omdat een RAW file zelf vrij vlak is. Fotografeer je in JPG dan maakt je camera al wat aanpassingen (kun je instellen in je camera) en wordt je bestand gecomprimeerd. Achteraf nog iets aanpassen wordt dan moeilijker.

Hieronder wat voorbeelden van foto’s voor en na bewerking.

Maar natuurlijk laat ik in het veld wel eens een steekje (of meerdere) vallen en corrigeer ik dat achteraf.

Sterren gebruiken

In Lightroom kan je werken met een sterrensysteem. Je voegt eenvoudig het aantal sterren toe. Druk je op ‘4’ dan krijgt je foto 4 sterren.

Zelf gebruik ik dit systeem als volgt:

• 5 sterren: yeah mijn “toppers” (althans dat vind ik). Deze gaan in mijn portfolio op mijn website.
• 4 sterren: daar ben ik heel blij mee en kan ik plaatsen op social media of gebruiken voor print, enz.
• 3 sterren: mwah, wel blij mee maar niet goed genoeg voor publicatie, toch wil ik de foto bewaren.
• 1 ster: niet echt een mooie foto maar ook niet weggooien (ze dienen bijvoorbeeld als voorbeeld voor hoe het niet moet voor tutorials of mijn workshops).

Door dit systeem kan ik bijvoorbeeld heel makkelijk al mijn “5 sterrenfoto’s” terug vinden. In het onderdeel verzamelingen kan je slimme mappen maken, waarin je bijvoorbeeld kiest voor alle foto’s met 5 sterren. Hierdoor ontstaat een verzameling van je allermooiste foto’s, ongeacht in welke map je ze hebt ondergebracht.

Publiceren, mailen, printen enz.

Je wil je mooiste resultaten laten zien aan je volgers op Facebook, Instagram of watdanook. Of misschien wil je wel een mooie afdruk aan de muur. Welk bestand gebruik je dan? In dat geval moet je in Lightroom kiezen voor export (in de bibliotheekmodule). bijvoorbeeld JPG. Voor een afdruk laat je de afmetingen en grootte ongewijzigd, je bestand blijft zo groot mogelijk. Wil je op social media plaatsen dan kan je de grootte van je JPG bestand verkleinen. Voor Instagram gebruik ik bijvoorbeeld deze export:

Voor het plaatsen van de witte rand en mijn logo gebruik ik een aparte exportplugin, namelijk LR/Mogrify 2.

Is de export naar je zin, dan kan je die export opslaan als voorinstelling, zodat je die export maar 1x hoeft aan te maken. Bij iedere volgende export kies je voor die voorinstelling. Handig!

In Lightroom blijven de originele RAW bestanden bewaard incl. de bewerkingen. Dus je kan altijd terug naar het originele RAW bestand.

Tot zover mijn laatste bijdrage aan deze drieluik over macrofotografie. Ik hoop dat je het leuk vond om te lezen en inspiratie hebt opgedaan om lekker naar buiten te gaan en die mooie kleine wereld te ontdekken.

Heb respect en geniet van de natuur!

Verder lezen:

Dit tutorial bestaat uit drie delen. Wil je meer lezen kies dan hieronder welk deel je wilt lezen:

Macrofotografie met Judith Borremans deel 1: Mijn materialen
Macrofotografie met Judith Borremans deel 2: Licht en compositie