Er zijn enorm veel soorten springstaarten op de wereld. Grofweg kun je ze verdelen in langwerpige en bolvormige springstaartjes. De beesten zijn ontstaan uit de orde der Kreeftachtigen en de gehele orde (Collembola) wordt tegenwoordig gezien als de dieren waaruit later de insecten zijn ontstaan. Voor nu richten we ons op het bolvormig springstaartje en dan met name op de familie Dicyrtomidae. Deze familie heeft een aantal soorten die veel voorkomen en goed te vinden zijn. Daarnaast zijn ze bijzonder fotogeniek!
Dit bolvormig springstaartje is ergens tussen de 0,5 en 1,5mm klein. Ze zijn het hele jaar aanwezig, maar in de winter, als het ontbreekt aan veel ander interessant kleins, lijken ze meer aanwezig en beter vindbaar.
Het is een koddig dier. Met een bol buikje, mooie kleurtjes en ogen als rijpe blauwe druiventrosjes. De tekening van elk dier en elke soort is verschillend, als bij een zebra of giraffe. Een vlekkenpatroon in 50 tinten paars. Sommigen zijn bijna doorschijnend en anderen hebben een purperachtige metaalglans waar zelfs een aubergine jaloers op zou zijn. Ze staan hoog op hun harige pootjes en zijn, als ze niet wegspringen, niet bijzonder snel. Dit springen doen ze trouwens met hun gevorkte staart. Bij het bolvormig springstaartje is dit onder het achterlijf gevouwen en soms zichtbaar vanaf de zijkant. Met één sprong kunnen ze tot ongeveer 6cm ver wegspringen. Dat doen ze als ze worden aangevallen door één van hun vele vijanden. Roofmijten, roofvliegen, (wolf)spinnen en heel veel ander bodemleven heeft springstaart op het menu staan.
Het springstaartje leeft waar hij eet. Da’s handig met een beperkte actieradius. Als fervent liefhebbers van rottend materiaal en schimmel zijn ze vaak te vinden in de bovenste lagen van de strooisellaag. Ga gewoon maar eens zoeken. In het bos of in je tuin. Een plek waar veel blad op de grond ligt, of waar rottend hout aanwezig is. Bij vochtig weer zijn ze al snel gevonden. Bij wat drogere omstandigheden zullen ze zich verbergen aan de onderzijde van het blad. Als je zo’n blad omdraait, en je hebt een beetje mazzel, zit er al gauw een klein tiental zich stil te houden. Stoïcijns kijken ze voor zich uit en vaak trekken ze zich niks van elkaar aan. Verschillende soorten uit de familie Dicyrtomidae komen gezamenlijk voor en ze laten zich best eenvoudig onderscheiden.
8 reacties
Hoi Bianca,
ik zit zelf vaak rond f/16 voor maximale scherptediepte (nog meer knijpen leidt tot lensfoutjes) en als ik maximale scherpte wil ga ik op f/8 zitten. Ik doe dit met een Pentax F-100mm macro lens op een Tokina 1:1 converter en een set tussenringen, dan kom ik grofweg uit op 2,3:1.
grt,
Chris.
Leuk en interessant artikel! Mijn interesse werd al gewekt door het artikel van Noortje, dus maar snel eens op pad!
Zeker doen Erik, ze zijn de moeite waard!
grt,
Chris.
Ik heb met grote interesse zitten lezen, omdat ik ze zelf ook recent heb ontdekt. Inderdaad is het licht het grootste probleem, zeker zonder flitser! Mag ik vragen welk diafragma jij vaak gebruikt in de helemaal scherp te krijgen? En met welke opstelling? Ikzelf gebruik een 2:1 Bresser. Overigens schoot ik gister een foto waar je recht op het buikje kijkt en de gevorkte staart goed kan zien! Dank je voor dit leuke stuk, groetjes Bianca