Om de kelkzwammen te vinden moet je met twee dingen rekening houden: het jaargetijde en het biotoop. Voor beide soorten zijn deze gelijk. Je vindt ze in de late winter en ze groeien op dood hout in vochtige voedselrijke bossen. Je herkent dit soort bossen aan de bomen: elzen en wilgen en vaak met bramen en brandnetels in de ondergroei. Dat laatste maakt het er voor de fotograaf niet altijd gemakkelijk op…
De kelkzwammen groeien op dood hout dat al flink vermolmd is. Soms lijkt het er op dat ze op de grond groeien. Dat is maar schijn, onder de aarde ligt zonder twijfel een dode tak verborgen, waar de paddenstoel op vast zit.
Het gaat eigenlijk over twee soorten, de rode kelkzwam en de krulhaarkelkzwam. In veld is de rode kelkzwam vaak iets meer oranje aan de buitenkant en de krulhaar witachtig. Het verschil is alleen met zekerheid microscopisch vast te stellen. Boeiend voor de bioloog… voor de fotograaf telt echter dat ze allebei supermooi rood van kleur zijn en voor het plaatje gaat het daarom!