Heidelibellen lijken vaak erg op elkaar en zijn dus moeilijk uit elkaar te houden. Een uitzondering daarop is de bandheidelibel. Met de kenmerkende donkere vleugelbanden is deze soort onmiskenbaar. Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben deze bandering. De geslachten zijn gemakkelijk uit elkaar te houden, het mannetje heeft een rood lijf, het vrouwtje is geel.
Een bandheidelibel heeft een levenscyclus van maar één jaar. Een eitje dat in de zomer is gelegd, overwintert ook als ei en komt pas uit in het voorjaar. De larven ontwikkelen zich snel en al vanaf juni begint het uitsluipen van de libellen wat doorgaat tot begin september. Bij het uitsluipen kruipt de larve uit het water langs een stengel omhoog, tot net boven het water. Na een tijdje barst het pantser van de larve open. Uit de oude huid komt de volwassen libel langzaam naar buiten. In enkele uren pompt het dier de vleugels vol lucht en dan is de jonge libel vliegklaar. Het lege huidje van de larve blijft achter op de stengel. Ze zijn vaak diep in de vegetatie verborgen en niet gemakkelijk te vinden.
De eitjes liggen vaak geconcentreerd bij elkaar in een poeltje en dus ook leven daardoor de larven en de uitsluipende libellen dicht bijeen. Zo kan het gebeuren dat je ’s morgens een hele groep vers uitgeslopen heidelibellen bij elkaar aantreft in de oevervegetatie. Een prachtig gezicht.
Heidelibellen zijn pioniers. Dat wil zeggen dat ze te vinden zijn op open nog weinig ontwikkelde gronden met extreme omstandigheden (droogte, warmte). Natuurontwikkelingsterreinen op zandgronden zijn geschikte vindplaatsen. Ze zijn gebonden aan water, vooral waar grondwater uittreedt zijn ze te vinden. Boven open water kom je ze eigenlijk niet tegen.
Hun leefgebieden komen vaak droog te staan. Niet voor niets heeft de bandheidelibel een korte levenscyclus. Het gevaar dat een plasje droogvalt in de zomer is volop aanwezig en voor die tijd moet de ontwikkeling van ei tot imago (volwassen insect) achter de rug zijn.
3 reacties
De kans is groot dat bij het “schonen” ook larven en uitsluipers verloren zijn gegaan. En bandheidelibellen willen daarnaast wel graag wat vegetatie, jammer dat ze er daardoor niet meer zijn. De kans is er wel dat ze er volgend jaar weer terugkomen, de omstandigheden (kwel) zijn kennelijk goed en de vegetatie is nu meer open geworden en dat is wel weer een gunstige factor. Groet, Ron
Beste Ron,
Duidelijk artikel en mooie foto’s.
Op de verspreidingskaart wordt aangegeven dat op Landgoed De Emelaar nabij Achterveld veel bandheidelibellen voorkomen.
Enkele weken geleden was ik daar en was toen getuige dat men(?) met groot materieel de complete vegetatie aan het weghalen was.
Na jouw artikel gelezen te hebben, ben ik vanmorgen opnieuw naar dit gebied gereden en nog steeds is het op die bewuste plek één grote lege vlakte aan. Van enig leven helaas geen enkel teken.
Ik schrijf dit om mede fotografen, die overwegen op deze plek de bandheidelibel te gaan fotograferen, hiervan in kennis te stellen. Aan hen uiteraard de keuze al dan niet te gaan. Het kan natuurlijk ook zijn dat ik beide keren met mijn neus heb gekeken 😉
Klopt inderdaad Hans! Wij zijn vorige week na meer dan twee uur rijden tevergeefs naar het veldje gegaan. Dit zag er compleet anders uit dan vorig jaar. Erg jammer. Ook wij hebben niets meer gezien …. of ook met ons neus gekeken ?