Menu

Onderdeel van Pixfactory

Fototips voor het vrolijke landkaartje

Al in april kun je de landkaartjes tegenkomen. Deze vrolijke vlindertjes zijn algemeen in het hele land en vliegen ook gewoon in je tuin. Even lijken ze te verdwijnen maar later in de zomer maken ze hun come-back. Het lijkt dan wel een heel andere soort te zijn, want ze zien er nu totaal anders uit. Even de weg kwijt, met het landkaartje…
Landkaartje
Landkaartjes overwinteren als pop. In het voorjaar komen de vlinders te voorschijn. Fotograaf: Nel Talen

Zijn bijzondere naam dankt het landkaartje aan de tekening op de onderkant van de vleugel. Het is een ingewikkeld lijnenpatroon dat doet denken aan een landkaart. Ook in het Engels (European Map), Duits (Landkärtchen) en in het Frans (Carte géographique) kom je die verwijzing tegen. Zo niet de wetenschappelijke naam (Araschnia), die komt van het griekse woord voor spinnenweb. Wat natuurlijk ook op dat zelfde lijnenpatroon slaat.

Het landkaartje kent twee generaties, een voorjaar- en een zomergeneratie. De tekening op de bovenzijde van de vleugels verschilt enorm. In het voorjaar is het vlindertje oranje met zwarte vlekken. In de zomer is het een donkere vlinder met witte banden. Het lijkt wel een andere soort. Alleen de onderkant blijft hetzelfde en aan dat karakteristieke lijnenpatroon kun je het landkaartje altijd herkennen.

Bij winderig weer houden de landkaartjes zich schuil, omgekeerd hangend aan een takje. Fotograaf: Ad Sonnemans

Twee generaties betekent dat de vlinder twee keer eieren legt. De waardplant is de grote brandnetel, de eitjes kun je onderaan het blad in dichte groepjes vinden. Van eind mei tot begin juli kun je de eerste rupsen tegenkomen, ze leven in dichte groepen op de brandnetels. Later leven ze meer solitair en dan verpoppen ze zich. Vanaf juli zijn de vlinders van de tweede generatie te zien, tot in september. Ook zij leggen eitjes op de brandnetelbladeren waar vanaf augustus rupsen uitkomen. De rupsen verpoppen zich aan de brandnetelplant of een andere plant in de buurt. De tweede generatie pop komt dit jaar niet meer uit, maar overwintert. Pas in het voorjaar zal de vlinder in voorjaarskleed te zien zijn.

Dat de waardplant een brandnetel is, wil niet zeggen dat je daar alleen landkaartjes tegenkomt. Ze zitten in het voorjaar heel graag op fluitenkruid en in de zomer op berenklauw, distels of koninginnenkruid. Dat zijn de nectarplanten waar ze hun voedsel vinden. Het liefst zoeken ze voedsel aan het begin en aan het eind van de dag.

Het is leuk om het gedrag van landkaartjes te bestuderen. Vooral de mannetjes zijn er maar druk mee. Ze verdedigen hun territorium of patrouilleren langs de bosrand op zoek naar een vrouwtje. In de middag vormen de mannen groepjes, vaak ergens in een struik op een opvallende plek. Soms relaxend, soms druk bezig insecten weg te jagen en soms met zijn allen achter een vrouwtje aan.

Fototips

  • Zoek de vlinders op hun favoriete planten, fluitenkruid, berenklauw, koninginnenkruid, distels. Ze zijn daar liefst aan het begin of het eind van de dag.
  • ’s Middags verzamelen de mannetjes zich op een markante struik, probeer zo’n groepje te vinden.
  • Kijk op brandnetels voor eitjes en rupsen, vooral aan de onderkant van het blad.
  • Probeer de vlinder met uitgespreide vleugels in één plat vlak te krijgen. Dan heb je zoveel mogelijk vlinder in het scherpe gebied.
  • Stel scherp op de kop, want daar valt je oog het eerst op.
  • Maak altijd een diafragma trapje. Afhankelijk van je soort objectief een serie foto’s tussen de f5,6 en f9.0.
  • Niet alles van de vlinders hoeft scherp te zijn, onscherpte geeft ook diepte en spanning in je foto.
  • Probeer vlinders in hun biotoop fotograferen, het is vaak spannender iets van de natuurlijke omgeving te zien.
  • Fotografeer je in de tuin: houd dan goed in de gaten welke bloemen een mooi decor voor de vlinder vormen.
  • Een wisselend bewolkte dag is gunstig, omdat de vlinder dan vaker gaat zitten en de vleugels spreidt om warmte te halen uit het gedempte licht.
  • Benader de vlinder altijd op ooghoogte en met de lens voor je gezicht met één oog dicht. Je bent dan een mindere bedreiging dan met twee wijd open gesperde ogen van bovenaf.
  • Beweeg altijd traag met het dier mee.

Leefomgeving

Bosranden, parken, tuinen, houtwallen.

Vindtijd

Twee generaties: april-juni, juli-september.

Bescherming

Niet wettelijk beschermd

Kwetsbaarheid

Vroeger vrij zeldzaam, nu algemeen.

Verspreidingskaart

En dan nog dit!

Het verschil tussen de voorjaarsvorm en de zomervorm wordt veroorzaakt door de daglengte. Uit laboratoriumexperimenten blijkt dat als een rups verpopt bij lange dagen dat steeds de zomervorm ontstaat en bij korte dagen de voorjaarsvorm. Soms ontstaan er ook tussenvormen, als de verpopping net in een tussenperiode plaatsvindt.

 

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Geef een reactie

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: