De zondagse naam van girafje is Cladonia gracilis, vrij vertaald het sierlijke bekermos. Sierlijk is dit korstmos zeker, met de langgerekte hals, de fragiele uitsteeksels op het bekertje en het mooie patroon van vlekken.
De bekervorm is niet altijd even duidelijk, soms blijft het beperkt tot een ondiepe verbreding aan het uiteinde van het steeltje, met op de rand wat kleine puntjes of kleine vruchtlichamen.
De vruchtlichamen zijn niet altijd aanwezig. Je herkent ze als lichtbruine gladde bolletjes op de rand van het bekertje. Ze zijn vergelijkbaar met paddenstoelen: hier worden de sporen gevormd.
De kleur van girafje is groenachtig bruin en vaak is het bedekt met vlekken. Door deze bruinige kleur valt hij goed op tussen het lichtere rendiermos, waarmee hij vaak samen groeit.
Wat voor alle korstmossen geldt, geldt ook voor girafje: het is een schimmel die innig samenleeft met alg. De algencellen leven vlak onder de opperhuid en veroorzaken de groenige kleur. De schimmel zorgt voor stevigheid en beschermt tegen uitdroging; de alg zorgt voor fotosynthese waardoor de schimmel aan voedingsstoffen komt.