De grijze muisjes zijn onmiskenbaar en algemeen te vinden op beton en steen. De blaadjes zijn groen, maar hebben aan de top een lange doorschijnende glashaar. Deze geven de grijsachtige kleur aan het mos. De haren hebben een belangrijke functie: ze beschermen het mos tegen uitdroging. Tussen de haren blijft vochtige lucht hangen en de wind heeft er weinig vat op. Zo drogen de tere blaadjes niet snel uit. En dat is van belang om het uit te kunnen houden op de kale stenige ondergrond. Ook op warme zomerdagen.
Al ruim voor het voorjaar begint kun je de jonge sporenkapsels tegenkomen. Eerst nog verborgen tussen de bladeren. Later als ze rijp zijn steken ze ver buiten het bolletje mos uit en gaan de deksels van de kapsels open. De wind verspreidt de sporen verder. In de zomer kun je de oude sporenkapsels nog goed zien. Aan de rand zitten nog de tanden, die de mond van het kapsel af hebben gesloten toen de sporen nog aan het rijpen waren.