Resolutie voor drukwerk
Drukwerk wordt gedrukt met 300 pixels per inch, ofwel 118 pixels per centimeter. Vandaaruit kun je gaan terugrekenen. Voor een standaardafdruk van 15×10 centimeter is 2 megapixels voldoende, voor een A3-spread in bijvoorbeeld een tijdschrift ongeveer 17 megapixels. 99,9% van alle foto’s wordt niet groter dan dat formaat afgedrukt. Het is dus zelden nodig om over meer dan 15 tot 20 megapixels te beschikken.
Maar goed, stel nu dat je een afdruk van 150×100 centimeter aan de muur wil hebben hangen, dan kom je uit op ruim 200 megapixels. Dan zie je dat een megapixeltje meer of minder ineens ook al niet meer uitmaakt, want geen enkele camera heeft 200 megapixels. Wie bekijkt een dergelijke grote foto echter vanaf enkele decimeters? Niemand, grote foto’s bekijk je vanaf afstand. Daar is een ezelsbruggetje voor: de kijkafstand tot een foto = 3x de afmeting van de korte zijde van de foto. Zo resulteert een foto van 150 x 100 centimeter in een kijkafstand van 300 centimeter!
Hoe groter de afdruk, hoe lager de gehanteerde resolutie; je ziet dat immers toch niet. Grote kans dat die 150×100 centimeter met nog geen 100 pixels per inch (39 pixels per centimeter) gedrukt wordt. Wanneer je dan gaat rekenen kom je uit op ruim 23 megapixels… Het aantal benodigde megapixels groeit dus maar heel langzaam naar gelang de foto’s groter worden.
Voordelen van meer megapixels?
En die hoge resolutiecamera’s dan, zoals de Canon met 50 MP en de Phase One met 100 MP? Natuurlijk zijn er altijd veeleisende fotografen die gaan voor maximale kwaliteit. Dan heb je met een megapixel uiteraard meer mogelijkheden. Met dergelijke hoge resoluties leg je prachtige details vast die anders onzichtbaar zouden blijven.
Een nieuw verkoopargument is dat je een flink stuk van de foto kunt bijsnijden, terwijl je toch voldoende resolutie overhoudt voor een hoge kwaliteit afdruk, zoals die van een 20 megapixel. Met 50 megapixels produceer je een bestand van 8688 x 5792 pixels, significant meer dan de 5760 x 3840 pixels van een 22 megapixelcamera. Je kunt dus inderdaad een flink stuk bijsnijden. Maar waarom zou je gaan bijsnijden? De kunst is en blijft natuurlijk buiten in het veld een zo nauwkeurig mogelijke compositie te bepalen. Slordiger gaan kijken omdat je toch nog gemakkelijk kunt bijsnijden is nu net niet de bedoeling.
Heeft het bijsnijden dan helemaal geen voordeel? Natuurlijk wel, het is de eenvoudigste en een verhoudingsgewijs goedkope manier om het maximale te halen uit je tele-objectief. Of je nu een 500 of 600 millimeter bezit, het lijkt altijd te weinig. Met meer megapixels heb je meer mogelijkheden. Je beschikt als het ware over een hoge kwaliteit digitale zoom.
Toch is er ook nu weer een maar, want cropcamera’s (APS-C) doen eigenlijk hetzelfde. Zo beschikt de Canon 7D mark II bijvoorbeeld over 20 megapixels en een cropfactor 1,6. Ook hier zou je weer een hele berekening op los kunnen laten, maar dat doen we maar even niet.
Nadelen van meer megapixels?
Mag het een megapixeltje meer zijn? Bedenk dat al het andere dan ook een beetje meer moet zijn:
- Hoge resolutiecamera’s produceren enorm grote bestanden. Inderdaad prachtig en ongelooflijke details, maar dat alles vraagt wel veel rekenkracht van een computer. Plan je een forse upgrade, vergeet je computer dan ook niet te upgraden!
- Die enorme bestanden slurpen natuurlijk ook aardig wat ruimte op je geheugenkaartjes. Zorg dat je voldoende reservekaartjes bij je hebt.
- Dan is er ook nog de resolutie van het objectief zelf, aangeduid als scheidend vermogen. De meeste objectieven halen de resolutie van de hoge resolutiecamera’s niet. Dat geldt voor alle objectieven, ook de topsegment objectieven van enkele jaren geleden. Pas de afgelopen jaren komen er nieuwe objectieven op de markt die dergelijke resoluties wel halen. Het gevolg is dat je wel beschikt over hoge resolutiefoto’s, maar lang niet altijd over scherpere foto’s. Ben je van plan om een camera aan te schaffen met een erg hoge resolutie, bekijk dan eerst op internet of de objectieven die je in je bezit hebt, dit wel voldoende ondersteunen. Anders kan het onbedoeld wel eens een erg grote investering worden!
9 reacties
Ik heb naast een Fuji x-T2 (24mp) ook een Fuji gfx 50r (51mp) en ik vind dat je met meer resolutie ook meer uit je beelden kan halen qua bewerking. Mijn gfx raw bestanden zijn erg flexibel om mee te werken. M.a.w. ik mag gerust behoorlijk aan de schuivertjes trekken zonder in de problemen te komen of dat je ziet dat de kwaliteit achteruit gaat. Toch wel fijn voor de creativiteit in de nabewerking.
Croppen inderdaad handig voor als je objectief net niet toereikend genoeg is of om gewoon eens in de nabewerking een andere beeldverhouding te gebruiken.
Dat klopt helemaal Ief, heerlijke luxe om dat tegenwoordig zo te kunnen.
Ik vind de reclameposters in bushokjes altijd een mooi voorbeeld van afbeeldingen die op afstand (meters) mooi en scherp ogen, terwijl op decimeters bekeken een schijnbaar random mix van gekleurde vlekken te zien is.
Inderdaad een mooi voorbeeld Mark.
Leuk dat Canon nu ook meedoet in de race.
Nog twee voordelen van veel megapixels. Ik had vroeger twee camera’s, een full frame voor mooie onscherpte en mooie kleuren bij weinig licht, en een crop/APS-C/DX-formaat voor macro en vogelfotografie. Sinds 2 jaar gebruik ik één camera met beide mogelijkheden in één. Met die ene camera heb ik geen zoomlens nodig om af te wisselen tussen een beeld van een stil zittend beest en een beest dat de vleugels uitslaat.
Daarnaast, een collega van je trof laatst haar foto aan bij een pretpark. Men had – zonder haar toestemming – van een 1200×800 schermbeeld een afdruk van ik meen iets van 4 bij 1 m gemaakt. ’t Vosje stond er mooi op.