Menu

Onderdeel van Pixfactory

Fototips voor teunisbloemen

Als je de teunisbloem in volle glorie wilt zien, moet je in de schemer komen. Dan zie je de bloemen een voor een opengaan. In een paar minuten verandert een dichte knop in een wijd uitstaande heldergele bloem. Dan is de winkel open voor alle nachtvlinders en andere insecten die nectar verzamelen uit deze mooie avondbloem.
teunisbloemen
Het eerste zonlicht is het einde van de bloemen. Fotograaf: Ron Poot

“De” teunisbloem bestaat eigenlijk niet. Ooit is er een voorouder uit Noord-Amerika naar Europa gekomen en heeft zich hier gevestigd. Teunisbloemen zijn echter nogal veranderlijk, door herschikking van de chromosomen ontstaan er gemakkelijk nieuwe vormen en bastaarden. Twee soorten zijn algemeen: de grote teunisbloem en de middelste teunisbloem, maar tussenvormen zijn er ook.

Die twee uiterste vormen kun je gemakkelijk uit elkaar houden: de grote teunisbloemen heeft altijd rood op de kelkbladen en de stengel, de middelste heeft dat niet. Verder heeft de grote teunisbloem forsere bloemen, daar dankt hij zijn naam aan.

Teunisbloemen houden van mensen, ze groeien graag langs wegen, op industrieterreinen en bouwplaatsen en ook wel in tuinen. In bebouwd gebied kom je ze vaker tegen dan daar buiten.

De plant heeft er een paar jaar voor nodig om tot bloei te komen, meestal twee of drie jaar. Voor de bloei leeft hij als een rozet van bladeren, met een stevige penwortel in de grond gehecht. In het jaar van bloei groeit de plant uit tot wel 1.50 meter en komt vanaf juni in bloei. Vanaf Sint Antonius (13 juni) waar de plant ook zijn naam aan dankt. Het jaar van bloei betekent tevens het levenseinde van de plant.

Een fenomeen is het openen van de bloemen. Dat gebeurt pas ’s avonds als het gaat schemeren. Opeens zie je de langwerpige bloemknoppen zwellen en langzaam openbarsten. Op een gegeven moment gebeurt het: dan vallen de twee kelkbladen af en dan ontplooien de gele bloembladen zich. Binnen een minuut is de bloem helemaal open, je ziet dit proces voor je ogen gebeuren. Zulke “snelle” bewegingen zie je niet vaak in het plantenrijk! De bloei is van korte duur, de volgende dag is de bloem verwelkt en hangt er bij als een bleke vaatdoek.

De grote gele bloem valt ’s nachts goed op en daarnaast geuren teunisbloemen heerlijk. Insecten zoals nachtvlinders weten de bloemen daarom goed te vinden.

De teunisbloem is viertallig, het getal vier kom je op allerlei manieren tegen. Vier gele bloembladen, vier kelkbladen, vier stempels, de vruchten gaan open met vier kleppen. En er zijn acht meeldraden.

’s Nachts komen insecten af op de geur en kleur van de teunisbloemen. Fotograaf: Ron Poot

Fototips

  • Overdag is niet het beste moment voor teunisbloemen, daar ze pas ’s avonds opengaan. Op vochtige bewolkte dagen houden ze het ’s morgens wel wat langer uit.
  • Op sommige, wat ruigere plaatsen komt de teunisbloem massaal voor en kan dan een eigen toon in het landschap zetten.
  • Het zijn grote bloemen, dat biedt extra mogelijkheden om zowel plant als omgeving goed in een beeld te krijgen.
  • Het openen van de bloem in schemertijd is mooi om vast te leggen, vooral op film, het proces duurt maar een of enkele minuten.
  • ’s Ochtends vroeg is de bloem nog wel open en bij dauw erg mooi bedruppeld.
  • Let op de details: de kruisvormige stempel bijvoorbeeld is erg mooi voor op de foto.
Uitzonderingen bevestigen de regel: een vijftallige stempel. Fotograaf: Ron Poot

Leefomgeving

Duinen, bermen, braakliggende grond, industrieterreinen.

Vindtijd

Juni-oktober.

Bescherming

Niet beschermd.

Kwetsbaarheid

Algemeen, niet kwetsbaar.

Verspreidingskaart

En dan nog dit!

De Nederlandse botanicus Hugo de Vries (1848-1935) heeft veel onderzoek naar onder meer teunisbloemen gedaan. Lopend naar zijn laboratorium viel hem op dat de teunisbloemen die hij tegenkwam in de loop van de tijd veranderden. Hugo de Vries heeft ontdekt dat erfelijke eigenschappen op “genen” zijn gelegen en dat deze door “mutaties” kunnen veranderen. Tot dan toe heerste de opvatting van Darwin, dat veranderingen alleen door milieuomstandigheden optraden. Achteraf blijkt dat professor Hugo het niet helemaal goed had met de teunisbloemen. De veranderingen bij deze soort treden niet alleen op door mutaties, maar veel meer door een bijzondere herschikking van het erfelijk materiaal waardoor allerlei tussenvormen en bastaarden ontstaan.

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Geef een reactie

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: